Gezonde ouders hebben meer kans op het voortbrengen van gezonde jongen. Niet enkel een goede genetica maar ook het karakter van de ouderdieren hebben een grote invloed op de gezondheid en het welzijn van de jongen.
Je leert dus alles over gedrag, voeding maar ook genetica, overerving en voortplanting. Als ook hygiëne, verzorging en registratie van de pasgeboren en juveniele dieren.
Inhoud:
• Je weet hoe je bij de selectie van ouderdieren rekening moet houden met hun anatomische, fysiologische en gedragskenmerken, zodat het welzijn en de gezondheid, van het ouderdier en de nakomelingen niet in het gedrang komen door het kweken.
• Je kent het normale verloop van voortplanting bij de dieren.
• Je herkent een moeilijke partus en weet hoe u moet ingrijpen in afwachting op de dierenarts.
• Je kent de noden van pasgeboren en juveniele dieren en weet hoe u deze moet verzorgen.
• Je kan dierenwelzijn en dierenethiek inschatten.
• Je kent de specifieke noden van het dier en weet hoe je het verblijf ervan moet inrichten, rekening houdend met hygiëne / soort specifiek gedrag / leeftijd / …
• Je kent de belangrijkste infectieziektes, Zoönose en ehbo technieken weet hoe je deze kan herkennen, toepassen en welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden op vlak van hygiëne en gezondheid.
Milisstichel 3 • 3201 Aarschot