Gedragstherapie heeft tot doel om negatieve gevoelens en gewoontes te herkennen, te doorbreken en te veranderen om zo een betere band te bekomen met jezelf, je kind of je dier.
Gedragspatronen
Bij veranderingen en patronen van gedrag spelen gevoelens een belangrijke rol. De manier hoe je omgeving met je omging als kind, pup of kitten heeft een grote invloed op je gevoelsleven. Therapie en het veranderen van gedrag begint dus met het begrijpen waarom jij, je kind of je dier je op een bepaalde manier gedraagt en bijvoorbeeld angstig reageert.
Gedragsverandering bij jou en je dier of jij en je kind gaat niet alleen om het kind of het dier, maar ook om jou. Ook jij hebt patronen. Dus als je de andere wil ‘veranderen’, dien je ook jezelf te ‘veranderen’.
Bij mensen zien we verschillende gedragspatronen of -modi hebt. We onderscheiden er in hoofdzaak een viertal:
- Kindmodus: waarin je je emotioneel voelt: boos, zwak, … Je hebt behoefte aan troost, veiligheid en erkenning. Spel en spontaniteit worden hier onderdrukt.
- Oudermodus: je denkt negatief over jezelf, bent kritisch en straft of wijst af.
- Overlevingsmodus: als je nare dingen hebt meegemaakt die een trauma hebben veroorzaakt, ga je overleven en niet voelen. Je gaat je terugtrekken of verliezen in verslavingen. Je doet je vaak stoerder voor dan je bent om te overleven.
- Gezonde-volwassen modus: dit zijn gezonde of goed functionerende gedragspatronen. Het maakt dat je goed in vel zit, je leven kan organiseren, problemen kan oplossen en sociaal kan zijn met anderen.
We zien diezelfde gedragspatronen ook bij dieren (ik ga me beperken tot katten en honden).
- Dieren kunnen bang zijn. Ze hebben dan ook behoefte aan tijd, ruimte en vooral steun. Ze zijn dan te bang om snoep aan te nemen, te spelen of nieuwsgierig te ontdekken.
- Heel veel dieren worden opgevoed met te veel straf, nadruk op het ongewenste gedrag en geen ruimte voor beloning.
- Dieren kunnen ook trauma’s oplopen en gaan dan, als ze bang zijn, bijvoorbeeld aan zelfverminking doen door op hun eigen poot te knagen.
- Eén van de basissen van dierenwelzijn is om gelukkig en gezond door het leven te kunnen gaan. Zowel fysiek als mentaal. Dat betekent ook vrij zijn van chronische stress, kunnen spelen, vrijheid en keuzemogelijkheden hebben.
Coping
Als je heftige emoties ervaart, ga je je op een bepaalde manier gedragen en tracht je met de situatie om te gaan of te overleven. Dit wordt ook wel een copingstrategie genoemd. Deze strategie wordt bepaald door wat je in je jeugd als ervaringen hebt opgegaan en welke strategie succes had.
Het is natuurlijk niet verkeerd om manieren aan te leren om met negatieve en heftige gevoelens om te gaan. Je komt wel in de problemen als deze strategie negatieve gevolgen heeft voor jezelf en je omgeving. Je behoeften worden negatief vervuld en bieden slechts tijdelijk een succes of opluchting.
Copingstrategieën zijn op verschillende manieren ontstaan en ontwikkelen zich sterker door de reactie, aandacht of bevestiging van de omgeving en het succes dat er (kortstondig) mee behaald wordt.
Kindmodus
In je kindmodus reageer je zelf of reageert je dier op een bepaalde situatie veel heftiger en emotioneler. Je gevoelens overheersen. Je voelt je in de steek gelaten, onder druk gezet, … waardoor je basisbehoeftes bedreigd worden. Ieder mens en dier heeft deze basisbehoeftes volgens Young (2005) (naast eten, drinken, voorplanting ,…)
- Een veilige band met je omgeving: zekerheid, stabiliteit, aandacht, liefde en acceptatie
- Onafhankelijkheid en zelfstandigheid: je hebt het gevoel dat je je eigen weg kan gaan en mee kan beslissen over je leven
- Vrijheid: het recht om je eigen behoeftes en gevoelens te uiten
- Spontaniteit: spel en plezier
- Realistische grenzen: je moet als kind of dier leren wat je grenzen zijn doordat de omgeving/ouder/opvoeder dit duidelijk maakt (op bij voorkeur een positieve manier)
Als je goed in je vel zit, zal je in je kindmodus in plaats van angstig of boos gelukkig en nieuwsgierig zijn, ongeremd om te spelen en te ontdekken. Het geeft plezier, je voelt je vrij, enthousiast en onbezorgd. Je voelt je vertrouwd en in verbinding met anderen. Het beschermt je ook tegen stress, frustraties en psychische problemen.
Als jouw kind of dier dus niet ontdekt, speelt of nieuwsgierig is, maar eerder vaak bang, boos of op de hoede is er iets mis. Ga kijken welke omgeving, activiteiten, situaties of personen jezelf, je kind of dier in een gezonde kindmodus kunnen brengen.
Als je het gevoel hebt dat je niets kan of durft, vaak omdat je voor je acties gestraft werd, word je onzelfstandig en afhankelijk. Je kan dan aangeleerd hulpeloos worden. Je kan geen beslissingen of keuzes meer maken en neemt geen initiatief meer. Je wordt nog angstiger of zelfs depressief.
Als je het gevoel hebt dat je in de steek gelaten bent of je buitengesloten voelt of wordt, zit je niet goed in je vel en ben je vaak wantrouwig. Je mist immers de steun, troost en bevestiging van je omgeving. Je ervaart dan chronische stress en bent altijd op je hoede. Je bent overgevoelig aan prikkels en signalen en aan mensen of dieren die in je buurt komen. Je bent bij voorbaat achterdochtig en weet niet hoe je moet voorkomen dat de omgeving je pijn gaat doen.
Het is dus belangrijk om jezelf, je dier of je kind rust en steun te gunnen en te voorzien. Dat kan ook door middel van gedragstherapie.
Oudermodus:
Een disfunctionele oudermodus komt naar boven als je jezelf of anderen te veel onder druk zet en behoeften niet serieus neemt of gevoelens belachelijk vindt. Het gevolg is dat je te kritisch bent (voor jezelf, je kind of je dier), schuldgevoelens geeft of afstraft.
Als je je vooral richt op prestaties, de perfectie nastreeft en altijd de beste wil zijn, spreek je vaak in ‘moeten’ en ‘mag niet’. Je bent te veeleisend. Dit staat los van gezonde ambitie om je doelen te bereiken. Als je te veeleisend bent, ga je niet meer toekomen aan ontspanning, slaap en leuke dingen Bij gezonde ambitie wel.
Je kan ook meer waardering tonen en complimenten geven, en echt proberen om een gezond rolmodel te zijn voor je kinderen of dieren. Geef jezelf voldoende ruimte om te ontspannen en lol te hebben, laat marge voor fouten en spreek niet constant in termen van ‘goed’ of ‘slecht’.
In extremes word je boos als iemand niet aan je verwachtingen voldoet en die krijgt dan op zijn of haar beurt bang van jou, wil je altijd tevreden stellen of voelt zicht verantwoordelijk voor jouw welzijn. Je hanteert fysieke of mentale strafmethoden. Je gaat fysiek pijn doen, emotioneel verwaarlozen (wel eten en drinken, maar geen aandacht), deelt zware straffen uit zoals honger laten lijden, enz…
Overlevingsmodus
Om te overleven, kan je je onderwerpen, vermijden of overcompenseren.
Als je je onderwerpt (“onderdanig opstelt”), zie je geen andere mogelijkheid en denk je dat de omgeving gelijk heeft om je te straffen, …. Je laat toe dat anderen je slecht behandelen. Je doet dingen, tegen je eigenheid, omdat anderen dat willen en eisen en je doet dit vanuit angst. Je voelt je niet gelukkig en vaak leidt dat tot vermijding. Het kan ook leiden tot afhankelijkheid. Er is sprake van afhankelijkheid als je onzelfstandig, onderworpen en hulpeloos bent en altijd op zoek gaat naar goedkeuring, geruststelling of emotionele steun. Je kan niet alleen leven en hebt schrik om in de steek te worden gelaten. De cyclus kan alleen doorbroken worden door meer zelfstandig te worden, niet bang te worden of op te geven als je omgeving je daar niet direct in steunt.
Moeilijke of pijnlijke situaties uit de weg gaan door te vermijden (fysiek ervan weggaan) of jezelf verdoven met vb. alcohol of jezelf uithongeren (anorexia), verminken zorgen voor afleiding en een goed gevoel. Je vermijdt vaak ook gewoon contact en zondert je af. Je stelt ook geen doelen meer en zeurt veel. Vermijden wordt dan ook een gewoonte.
Bij overcompensatie ga je je net groter en sterker voordoen dan dat je je voelt. Je vertoont machogedrag en probeert vaak de andere te ‘overheersen’. Vormen van overcompensatie kunnen zijn:
- Arrogant en opschepperig. Je gaat de strijd en competitie graag aan met anderen want je vind jezelf de beste.
- Controlebehoefte: je wantrouwt iedereen en gaat vaak op voorhand in de verdediging.
- Aandacht trekken of overdreven om aandacht vragen. Je wil in het middelpunt van de belangstelling staan en wil niet genegeerd worden.
- Je vertoont bedreigend of agressief gedrag.
- Je gaat liegen, bedriegen en manipuleren om je eigen behoeften en belangen te vervullen.
Gezonde volwassen modus
In de psychologie wordt dit ook volwassen ik-functie genoemd.
Je kan je gevoelens normaal inschatten en hanteren. Kleine terechtwijzingen en problemen brengen je niet uit je evenwicht. Je kan om met conflicten en compromissen sluiten. Je hebt een evenwicht tussen jouw belangen en die van anderen,. Je geniet van de dingen en hebt gezonde interesses. Eigenlijk is het hetzelfde als een gezonde kindmodus, maar er is meer ruimte voor serieuze taken en verplichtingen.
Gedragstherapie is ook Patronen doorbreken
Allereerst dien je je gevoelens en behoeftes te accepteren en toe te laten. Het is ok om eens boos te zijn, te schrikken, enz. Zorg voor voldoende contact, aandacht en plezier in het dagelijkse leven. Hou van elkaar en probeer elkaars behoeften zo veel mogelijk te vervullen. Straf niet af, maar geef aandacht aan het gewenste gedrag en wees niet te veeleisend.
Als je wil omgaan met boosheid en agressie moet je goed weten wat de trigger is (factor die uitlokt) en heb je ook een manier nodig om die boosheid gezond te uiten. Vaak komt de boosheid van angst, verdriet of eenzaamheid. Boosheid en angst dien je serieus te nemen. Je moet gerustgesteld en zeker niet uitgesloten worden. Onvoldoende autonomie of ruimte ligt vaak ook aan de basis. Fysieke ruimte om vrijer te kunnen bewegen en bijvoorbeeld van de prikkel weggaan ipv uit te vallen of ruimte krijgen om in het dagdagelijks leven te zijn wie je bent en niet heel de tijd gefrustreerd of gestresst te zijn. Het kan ook een reactie zijn op iemand in de omgeving die vaak negatief of boos is of het kan een gebrek aan grenzen zijn. Je dient duidelijke grenzen aangeleerd te krijgen om frustratie, angst en boosheid te vermijden.
Ga het ongewenste gedrag van bijvoorbeeld woede onderbreken. Als je meteen op de eerste waarschuwingssignalen (van stress) reageert, hoeft het niet te escaleren en hoeft het negatieve gedrag zich niet te herhalen. Als het kwaad geschied is, is het moeilijker op weer rustiger te worden. Bovendien heb je dan je ongewenste gewoonte weer voeding gegeven en zal het zich makkelijker herhalen. Je kan ervan weg gaan, een korte pauze inlassen of kanaliseren naar iets anders vb dieper ademen, je zintuigen gebruiken, … Ga op zoek naar een positief alternatief voor het ongewenste gedrag. Versterk zeker ook je gelukkige kindmodus met spel, vriendelijke contacten, plezier, nieuwe ontdekkingen enz… Doe dit bij voorkeur samen met anderen waar je van houd en die je gelukkig maken.
Bepaal regels en grenzen die bijdragen tot een gezonde relatie met elkaar, een positieve sfeer en een zorgzame omgeving. Stop met straffen en de nadruk te leggen op wat fout gaat. Probeer elkaar te begrijpen en te steunen.
Gedragstherapie: Stap per stap
Als je een negatieve gewoonte wil veranderen is het belangrijk om te kijken wat je wel wil en hoe je het wilt aanpakken. Het is dus goed om er vooraf over na te denken en alles in kaart te brengen.
Hou er ook rekening mee dat de gewoonte van het patroon al in de hersenen verankert zit en dat het dus tijd nodig heeft om je copingstrategie te veranderen. Het kan zelfs eerst verergeren of een slechter gevoel geven voor het betert. Denk hierbij zeker aan de strategie ‘vermijden’. Als je vermijdend gedrag wil veranderen, geeft dat stress en onzekerheid. Je moet dus consequent zijn en geduld en doorzettingsvermogen hebben. Want de positieve gevolgen ervaar je pas op langere termijn. Je moet dus duidelijk een lange termijn visie voor ogen hebben en houden. Dat helpt ook om gemotiveerd te blijven en door te zetten.
Uit onderzoek blijkt dat zelfs hardnekkige negatieve patronen uiteindelijk doorbroken kunnen worden door gedragstherapie. Het kost enkel tijd en moeite. En vaak ook een onafhankelijk persoon om je op weg te zetten om je eigen patronen en copingstrategieën te ontdekken.
Veel succes!
Bij Toscanzahoeve helpen we je graag verder met persoonlijke coaching voor mensen, het ontdekken van verborgen patronen door dierenspiegel® en gedragstherapie voor je kat en hond.
Contacteer ons voor meer info of een afspraak.
Op onze facebook pagina en youtube kanaal passeren regelmatig nuttige tips. Onze podcast is ook een aanrader.