Een mannelijke kat noemt een kater. Een kater is rond de 8 maanden klaar om papa te worden. Een vrouwelijke kat of een poes kan al rond de 5 maanden zwanger worden. De gewone huiskat is rond anderhalf jaar volwassen. Maar bij raskatten kan dat zelfs pas na vier jaar zijn.
Als de vrouwelijke poes klaar is om bevrucht te worden is ze zeer flauw en wil ze graag dat je haar veel aait. Ze loopt ook vaak hard te miauwen en lopen onrustig door het huis. Ook rollen ze vaak over de grond. Soms plassen ze binnen. Dit is om hun geur te verspreiden en andere katten te laten weten dat ze moeder willen worden. Deze periode in een leven van de kat duurt ongeveer 3 weken. Het gebeurt meestal eind van de winter tot vroeg in de lente en daarna van laat in de lente tot vroeg in de zomer. En 2 tot 3 keer per jaar. Het beste is dat de poes pas zwanger wordt als ze minstens 1 jaar oud is.
Vrouwelijke katten zijn niet trouw aan één partner. Ze kunnen zwanger worden van meerdere katers tegelijk. De katjes lijken dan ook niet allemaal op elkaar, want ze hebben verschillende vaders.
Zwangere poezen kiezen graag rustige, donkere en
gemakkelijk te bewaken. Zo kunnen wij er moeilijk bij. Rond de 6e
week wordt de buik duidelijk dikker. Vanaf de 7e week voel je de
jongen al duidelijk bewegen. De
zwangerschap duurt gemiddeld 62 tot 65 dagen. Dus ongeveer 9 weken.
Na de geboorte van elk kitten, likt de moeder het schoon (wat ook de ademhaling
bevordert), en bijt ze de navelstreng door. Het vlies en de nageboorte worden
opgegeten. Na de bevalling heeft de poes meestal licht bloedverlies. Dit kan
wel 3 weken duren.
Wist je dat:
- In de meeste gevallen vindt de geboorte in de nacht plaats
- Er kunnen 10 minuten tot ruim een uur verlopen tussen de geboorte van 2 kittens.
Het gewicht van een kleine kitten bij geboorte is tussen de 100 en 110 gram. Dat is maar 3% van het gewicht van een volwassen kat. De kleine katjes zien nog niet en horen heel slecht. Die ogen gaan pas open na 7 a 10 dagen. Tot dan zijn ze vooral afhankelijk van hun neus en voelen. Ze hebben hun moeder, broers en zusjes heel erg nodig om het niet koud te hebben, want ze kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet zo goed regelen.
Rond 3 weken zien ze en beginnen ze ook rond te lopen en elkaar en dingen te volgen. Op 4 weken horen ze goed en gaan ze ook brokjes en vlees eten. Tot dan aten ze enkel moedermelk. Ze spelen ook met elkaar. Na 5 a 6 weken kunnen ze leren waar ze plassen en ontlasten. Pas na 7 à 8 weken drinken ze niet zo veel meer bij de moeder. En dit is het vroegste dat ze naar een nieuw gezin mogen. Maar ik verkies 10 à 12 weken want dan is de kitten ook veel van beweging, jacht en lichaamstaal van de andere katten kunnen leren, om te overleven. Op 12 weken zijn de hersenen zo groot als een volwassen poes of kater. Hij is dan ook volwassen van lichaam en hersen. Rond deze periode wisselen ook de eerste tanden
Meer weten over katjes? Op onze facebook pagina en youtube kanaal passeren regelmatig nuttige tips. En onze podcast is ook een aanrader.