Mensen kunnen door verschillende oorzaken in de problemen komen en vermist geraken. In de bergen, op het
water, door aardbevingen en andere natuurrampen, bij vliegtuig- of trainrampen, door lawines, in bos- en
heidegebieden, vanuit thuis, door noodlot of bewust gepland.
Al deze verschillende oorzaken vragen om een andere aanpak. Het samenwerken van reddingsteams is
essentieel om tot een goede zoekactie en het vinden van een persoon te komen. Het mag duidelijk zijn dat
honden die getraind zijn op het zoeken in het bos, het lastiger zullen hebben op het water of in de stad en vice
versa. Daarbij is niet iedere hond geschikt om al dit soort werk te verrichten en het is ook niet raadzaam om de
verschillende types van reddingshondenwerk met eenzelfde hond te trainen. De kracht van een geslaagde
zoektocht zit in samenwerken en datgene inzetten wat op die locatie noodzakelijk is.
Bij het echte inzetwerk in geval van vermissing, detectie en criminaliteit is zoveel meer nodig dan een goede
training. Bij inzetwerk heb je te maken met emoties, verzekeringen, veiligheid, techniek, rampenkennis,
rechtszaken en zo verder. Het is de taak van de recreatief speurinstructeur om cursisten te attenderen op de
gevaren en risico’s die inzetwerk met zich meebrengen en te adviseren dit niet op eigen initiatief te
organiseren maar enkel onder coördinatie van een professioneel K9 team zoals reddingshondenorganisaties en
beveiligingsdiensten.
Welke soorten reddingswerk zijn er?
o Mantrailing
Honden werken op het geurspoor van een specifiek persoon
o Mantracking
Honden werken op de bodemverstoring van een specifiek persoon
o Waterwerk
Honden werken op een boor en detecteren menselijke geur, vaak in combinatie met het aan wal
brengen van drenkelingen
o Lawinehonden
Honden werken op de locatie waar een signaal van een vermiste is getraceerd en graven op de plek
waar menselijke geur het sterkste is
o Vlaktezoekers / area searchers
Honden zoeken een willekeurige persoon op een grote natuurlijke vlakte. Ze worden in de gunstige
windrichting op zoek gestuurd. Ze verwijzen een zittend, liggend of hangend persoon. Een specialisatie is
het zoeken naar lijkengeur. Deze honden worden ook wel kadaverhonden genoemd.
o Puinhonden / rubble dogs
Deze werken op ingestorte gebouwen en puinhopen, op zoek naar levende mensen
o Building searchers
Deze honden werken op menselijke geur en gaan op zoek naar mensen die verstopt zijn dan wel
vastzitten in intacte gebouwen
Trainen op menselijke geur
Bij het trainen van een hond op menselijke geur is het de bedoeling dat de hond verwijst op alle levende
mensen. Bij het trainen van een hond op een identieke menselijk geur, is het de bedoeling dat een enkel
reageert op die ene identieke geurcombinatie, deze volgt en lokaliseert of verwijst. In de praktijk is het echter
onmogelijk om enkel die geur aan te bieden op een spoor (clean werken). De hond zal dus vanaf het begin
moeten leren discrimineren tussen alle andere menselijke geuren op en rond het spoor en op en rond de
geurdrager.
Geurdragers zijn ten allen tijde gecontamineerd met andere menselijke geur van de persoon die de geurdrager
verpakt heeft, de geur van de verpakking waarin die zit,… De hond moet dan ook kunnen selecteren aan de
start van zijn spoor tussen de geuren die op de geurdrager aanwezig zijn en de geur die hij op het spoor vindt.
Het kan raadzaam zijn de mensen die allen in de buurt van de drager geweest zijn bij de start aanwezig te
hebben, zodat de hond kan shiften tussen de aanwezige personen en de onbekende.
Een hond een spoor van een mens laten volgen is niet moeilijk. Zelfs niet als de hond geen flauw idee heeft van
wat hij moet doen, hij niet weet waarmee hij bezig is en hij niet kan discrimineren. Dit gebeurt vooral in
situaties waarbij men weet waar het spoor loopt. Een hond kan de lichaamstaal van de handler namelijk heel
goed lezen. Er is geen verschil tussen wandelen en de route kiezen die de baas wil lopen en speuren aan een
lange lijn en een handler die al vooruit denkt op beslissingsmomenten.
Het is daarom van belang dat een hond goed leert dat het aanbieden van een geurdrager betekent dat hij het
spoor van die persoon moet volgen en de handler tot bij die persoon moet brengen waar de hond zijn
beloning/feestje krijgt. Bij het speuren maken we daarom graag gebruik van de leerprincipes bij honden. Dat
neemt niet weg dat men vooral in de beginfase de hond kan en mag ondersteunen, zodat zodat hij zo min
mogelijk fouten maakt. Het zogenaamde dubbel blind werken op een spoor (waarbij niemand behalve de
spoorloper weet waar het spoor is) is met een jonge/nieuwe hond niet raadzaam. De hond krijgt dan te veel
kans om zijn eigen ding te doen, wat kan leiden tot een eindeloze wandeling naar sint juttemus maar niet naar
de spoorloper.
Hoe ondersteun je een hond goed en voorkom je ‘leiden’ ofwel ‘sturen’ op het spoor?
Om dit goed aan te pakken is het lezen van de lichaamstaal van de hond heel erg belangrijk. Men moet ten
allen tijde kunnen invullen wat de hond denkt en waar hij mee bezig is, kortom ‘wolkjes tekenen’. Dit leert men
enkel in de praktijk en door het bekijken en beoordelen van videomateriaal.
De hond leren menselijke geur te volgen draait in het begin enkel om het maken van de associatie tussen de
geurdrager, het spoor en de persoon aan het einde die de hond beloont. Tijdens de training dien je dan ook
altijd rekening te houden met ‘errors’ in deze drie hoofdzaken. Het is net als het bakken van een cake: verander
één ingrediënt en de uitkomst smaakt totaal anders dan bedoeld was.
Wil je hier meer over weten? Volg dan een speurlessen, privé of in groep @toscanzahoeve of volg een live of online workshop over speuren @toscanzahoeve. Mail voor meer info naar info@toscanzahoeve.be.
Inge schreef ook een E-book over speuren.