Chinezen zijn uitstekend voor panda’s, redelijk goed voor katten en honden (hoewel de laatste nieuwe rage is om je hond te verven en te knipperen in de kleuren en vormen van een panda beer) maar hebben nog veel te leren in algemeen dierenwelzijn.
De zwart witte reuze panda met zijn ogenschijnlijk hoog knuffel gehalte kent bijna iedereen. Veel onbekender is de rode panda. Er zijn diverse verschillen tussen reuze en rode panda’s. De reuze panda is uiteraard stuk groter en zwaarder. Hij is namelijk tussen 160-190 cm lang en afhankelijk van het geslacht tussen de 70 en 125 kilo zwaar. De rode panda is gemiddeld tussen 60 en 120 cm groot en weegt tussen de drie en acht kilogram.
Rode panda’s hebben een grotere staart en gebruiken deze als derde poot voor meer balans.
Beide eten in het algemeen bamboe. Aanvullend op het bamboe menu (99 %) eten de dieren ook fruit, bloembollen, sommige grassoorten, eikels en sommige schimmels. Zo nu en dan verschalken ze een klein vogeltje, een ei, een visje, insecten of knaagdiertjes.
Ze zijn volwaardig lid van de beren familie, maar over het algemeen planteneters en volgens recent onderzoek hebben ze een groot deel van hun genetisch materiaal gemeen met de hond. Panda’s eten tussen de 10 en 12 uur per dag. Ze hebben ook anders dan andere beren een soort duim, waarmee ze eenvoudig dingen zoals een bamboe stok mee kunnen vasthouden.
Panda’s leveren over het algemeen solitair. Dat is één van de redenen waarom ze moeilijk te domesticeren zijn. Alleen tijdens de paartijd zoeken ze elkaar op. Het territorium bestaat vermoedelijk uit 6 km². Langs de randen van hun territorium laten ze geur monsters achter. Er wordt geschat dat nog ongeveer 1500 panda’s in het wild bestaan.
Vroeger kwamen de panda’s in het grote deel van China voor, nu nog maar enkel in een klein gedeelte. Ze voelen zich het best thuis in de bergen en bij het invallen van de winter dalen ze af naar lager gelegen streken. Ze kennen geen winterslaap omdat bamboe het hele jaar door te vinden is in de bergen. De meeste activiteit vertonen ze bij zonsopgang en zonsondergang.
De reuze panda wordt het meest bedreigd door de inkrimping van het leefgebied en voedsel mogelijkheden. Dit onder andere door de cultivering van de beboste berg hellingen en ook de verandering van het klimaat. Vroeger werd er ook op panda’s gejaagd maar gelukkig is dit nu verboden. De gemiddelde leeftijd die een panda kan bereiken is tussen de 15 en 30 jaar.
Reuze panda vrouwtjes hebben een heel korte vruchtbare periodes; maar een dag of drie.
Dit is dus nog een andere redenen waarom panda’s aan het uitsterven zijn. Ze zijn zeer kieskeurig met wie ze paren en doordat hun leefgebied steeds kleiner wordt vinden ze ook minder potentiële partners. Als er dan een juiste partner vinden zijn ze soms te zwaar of klopt de lengte van hun poten niet en kunnen ze niet paren. ‘Pandaporno’ wordt soms als hulpmiddel ingezet maar werkt niet altijd.
Ook voor de baby’s is overleven een cruciaal punt want de panda moeders lijken soms niet te weten wat er precies mee moeten aanvangen.
Bijgevolg is een fok en behoud programma nodig.
De eerste in gevangenschap geboren panda was Ming-Ming. Ze werd in september 1963 geboren in de dierentuin van Beijing. In september 1978 werd de eerste panda geboren door kunstmatige inseminatie, zijn naam was Yaun-Jing.
Meer dan 70 % van de bevruchtingen gebeurt tegenwoordig via kunstmatige inseminatie.
De gemiddelde draagtijd van de reuze panda is tussen de 80 en 160 dagen. Meestal krijgt een vrouwtje één of twee jonge. Vaak sterft één van beide al vroeg. De moeder zoogt hem een half jaar een blijft bij hem tot hij drie jaar oud is. Bij hun geboorte wegens de baby’s tussen de 50 en 200 gram. Ook de lengte van de nog blinde en dove panda baby’s is de slechtste 10 tot 17 cm. Na pas een twee à drie tal weken krijgen ze de typische wit zwarte vacht, daarvoor zijn ze doorschijnend en wit. Je kan hun organen zien liggen.
Ze zijn zelf geslachtsrijp op twee jaar.
In het panda ‘breeding and research centrum’ nabij het centrum van Chengdu, wordt door wetenschappelijk onderzoek gedaan en in het Wong Long reservaat en hier in het ‘panda conservation center’ worden ze verzorgd en opgevolgd. Wong Long werd echter door een aardbeving vernield en in afwachting tot heropbouw zitten de panda’s extra hier. In het totaal verblijven er nu een 80 tal. Allemaal in een vrij natuurlijke omgeving.
De pogingen om panda’s terug in het wild te zetten, zijn mislukt. De dieren vonden niet genoeg voedsel en keerde uit eigen beweging terug naar het reservaat.
Iedere panda heeft een apart verblijf (binnen en ruime buitenruimte) in het resort en een persoonlijke verzorger. Elke verzorger heeft maar maximum 2 panda’s onder zijn hoede om zeker te zijn dat ze genoeg tijd kunnen nemen om ze te voeden, verzorgen en te observeren Dat is al een teken van hoe belangrijk de chinezen hun panda’s vinden.
Veel te observeren valt er echter niet want het levensritme van de panda’s bestaat uit eten en slapen. Er zit er dan ook weinig beweging in.
Verder heeft ook elke panda een eigen naam en vind je geen enkel vies hok.
Ik mag deze dagen helpen bij liu Juan. Ze leert mij hoe ik de panda’s moet verzorgen en observeren.
Ze is zeer vriendelijk, bekwaam en afkomstig van het Wong Long reservaat.
Mijn werkdag is van acht ‘s morgens tot half twaalf ‘s middags en van twee uur in de namiddag tot half zes ’s avonds.
Eerst en vooral ga ik naar de voedsel afdeling waar ik een appel en een pandabrood (een soort koek van planten) uit de ijskast ga halen, een stuk van precies 400 gr eraf snijd en op een dienblaadje aan ‘mijn’ panda breng. Na zijn eerste maaltijd laat ik hem door een luik naar buiten en reinig ik zijn hok. De andere momenten dat hij dient gevoederd te worden sleep ik grote bussels vers bamboe aan en geef het hem.
Reuzepanda’s lijken met hun dikke kop en zwarte vlekken rond hun ogen en hun zwart witte vacht zeer schattig. Maar ze zijn beslist niet ongevaarlijk en hebben al eens mensen aangevallen, al is het vaak uit irritatie. Ik blijf dan ook met mijn handen een eindje weg van de tralies.
Als je werkt met panda’s vergeet je al je zorgen en een heerlijk ‘zen moment’ beleef ik als ik mijn hand tegen zijn poot kan leggen, terwijl hij rustig zit te eten.
Naast strikte regels voor de voeding zijn er ook duidelijke regels voor de omgang met panda’s. Of hoe de Chinezen het zeggen: ‘do nice for the panda’s’.
Het is belangrijk om de hygiene te respecteren door middel van een uniform, plastieken handschoenen en een plastieken zakken rond de schoenen.
Verder mag je niet te lang met de panda’s spelen en je mag je ze niet aanraken op de oren of de buik.
Ook zijn ze zeer bezorgd dat hun dier niet misbruikt voor bijvoorbeeld een reclamestunt.
De reden hiervan is dat de panda zeer uniek is en bijgevolg zeer geschikt is voor politieke en commerciële doelen zoals voorbeeld diplomatieke onderhandelingen.
Voor de Chinees is het ook een mystiek dier; Het diertje is zo klein bij geboorte dat er niet heel duidelijk was dat de moeder zwanger was, vlak na de geboorte is het dier nog doorzichtig en kan je de organen zien liggen en je kan zeer moeilijk bepalen wat het geslacht is tot weken na de geboorte.
In de kraamafdeling zie ik drie couveuses waarin twee kleine een kleine reuze panda liggen. Een van de twee is nog geen vier weken oud. Hij heeft nog geen vacht en zijn oogjes zitten nog dicht. Het lijkt wel een klein hondje.
Als de moeder bevallen is van twee jongere, komt één van de twee naar hier, wordt gewogen, verzorgd en gevoederd. Na een tijdje wordt dit jong gewisseld met het andere jong tot ze beide oud genoeg zijn om bij andere leeftijdsgenootjes te kunnen verblijven en te spelen.
Dankzij een donatie kreeg ik twee keer de gelegenheid om 5 min met de baby panda’s te spelen. Opnieuw telt hier Chinese tijdsbeleving en mijn afspraak van drie uur wordt kwart voor vier waardoor ik mijn voorlaatste voerder moment bij ‘mijn panda’ mis.
Maar ik krijg er wel heel wat voor in ruil. Wat een unieke belevenis!
Na het aantrekken van het uniform en in het bedekken van de rest van het lichaam met plastiek, mag ik tussen mijn zevental panda’s van een half jaar ‘spelen’. Het zijn jongens en meisjes van ongeveer dertig kilogram.
Ze klimmen in en uit hun bomen, spelen met een autoband of kinderspeelgoed.
Om mezelf interessanter te maken dan hun soortgenoten neem ik wortelen mee naar binnen. Dit vinden ze super. Ondertussen ben ik in de gelegenheid hun aan te raken en zelfs te knuffelen.
Een kleiner panda vrouwtje komt tegen me aanzitten, leunen en op dat moment voel ik een golf van tederheid en liefde door mijn lijf vloeien.
Het moment wordt verstoord door een ander panda, een jongen, die iets actiever is en haar omver loopt. Het vrouwtje slaagt een hoge kreet om aan te geven dat ze dit niet fijn vindt en dat ze terug aandacht wil. Het wordt beantwoord door een teken van opgewondenheid, zijnde een blafje.
Dit zijn twee van de 16 soorten geluiden die panda’s maken om te communiceren. Velen ervan lijken ver verwijderd van het brullen van een beer. Piepjes, geurtjes, fluitjes, brullen, korte snurkgeluiden, blaasgeluiden, blaten zoals een schaap, horen er allemaal bij en maakt het communiceren onderling mogelijk.
En dat in deze jonge meer energie zit word al gauw duidelijk als hij probeert op mij te klauteren en zijn tanden lichtjes in mijn arm zet.
De 5 minuten zijn veel te snel om en daarna zijn enkel de panda’s op afstand, de foto’s en de mooie herinneringen nog over.
Wereldwijd zijn er slechts 13 dierentuinen, buiten China, met reuze panda’s.
Vanuit Chengdu worden soms ook panda’s ‘uitgeleend’ aan andere dierentuinen.
De meeste blijven eigendom van de Chinese overheid en worden voor ongeveer 10 jaar aan dierentuinen verhuurd. Het is niet goedkoop om panda te krijgen. Dierentuinen betalen minstens $ 1.000.000 aan de Chinese regering per jaar per panda en moeten daarnaast een goed verblijf bouwen en goed wetenschappelijk onderzoek verschaffen. Dit zijn behoorlijke kosten, maar de dieren zorgen er ook wel voor dat het bezoekersaantal in de dierentuin door hen enorm toeneemt.
Ik vind het spijtig dat in dit reservaat (maar ook in de rest van China) niet meer onderzoek wordt gedaan op vlak van genetica, gedrag, training enzovoort en het enkel beperkt wordt tot het voortplanten.
In het bezit van tal van verse theeën, knuffelpanda’s voor mezelf en de hele familie en een certificaat van vrijwilliger in het pandareservaat, keer ik moe, voldaan en vol leuke indrukken terug naar mijn gedomesticeerde dieren. Één ervan staat al te wachten op de luchthaven en al knuffelend voel ik me ook zéér speciaal in België!
Wat vind jij van panda beren? Heb jij ervaring met wildlife in het buitenland? Laat het ons hieronder weten!