Honden vertonen ongewenst gedrag in de ogen van hun eigenaar. Belangrijk is om te gaan zoeken naar de motivatie van dit gedrag.
Het gedrag van de hond dat jij als een probleem ziet, is vaak normaal hondsgedrag. Blaffen is bijvoorbeeld geen probleem op een boerderij en vaak zelfs nodig, iets dat de boer verwacht van zijn hond. Maar op een appartement daarentegen is het onaangenaam.
Bijten tijdens spel
Een hond mag niet bijten tijdens een spel. Om hem dit af te leren, moet je heel hard “Au” roepen, de pup boos aankijken en het spel stoppen. Negeer de pup een paar minuten, hij moet begrijpen dat tandjes in jou niet toegelaten zijn. Armen, benen en kleding zijn geen speelgoed. Tanden voelen is dus direct stoppen met spelen.
Dingen stukbijten
Een hond mag niet bijten tijdens een spel. Om hem dit af te leren, moet je heel hard “Au” roepen, de pup boos aankijken en het spel stoppen. Negeer de pup een paar minuten, hij moet begrijpen dat tandjes in jou niet toegelaten zijn. Armen, benen en kleding zijn geen speelgoed. Tanden voelen is dus direct stoppen met spelen.
Opspringen en ander opdringerig gedrag
Als een hond tegen je opspringt, negeer hem dan. Je doet dit door niets te zeggen tegen de hond, hem niet aan te kijken en ook niet aan te raken (of weg te duwen). Pas als hij braaf is, bijvoorbeeld door met 4 poten op de grond te staan in plaats van op te springen, mag je hem terug aandacht geven.
Niet graag alleen zijn
Honden die een groot deel van de dag alleen thuis zijn omdat hun baasje uit werken is, kunnen zich alleen voelen en hierdoor allerlei dingen gaan doen die niet mogen. Honden zijn niet gemaakt om alleen te zijn. Ze hebben graag gezelschap. Elke keer dat hun baas vertrekt, weten ze ook niet zeker of die nog zal terugkomen. Dat geeft stress.
Als je een hond in huis haalt, moet je hem vanaf het begin al gedurende korte periodes alleen laten. Als mensen van huis vertrekken maken ze er vaak een drama van zodat de hond gaat denken dat het iets heel belangrijks is. Kom niet terug binnen als je de hond hoort blaffen of huilen, maar wacht tot hij stil is. Laat je hond niet te lang alleen want hij moet ook op tijd kunnen plassen.
Een puppy kan maximum 4 uur alleen zijn, een volwassen hond 9 uur.
Zindelijkheid
Een pup moet leren waar hij mag plassen en ontlasten. In het begin doet hij dit gewoon in het nest en dan houdt de moeder het nest schoon door dit op te eten of op te likken. Na een tijdje kan de pup stappen en gaat hij zijn behoeften buiten zijn nest doen. De moeder leert hem waar.
Een pup weet dus dat hij niet in het nest zijn behoefte mag doen. Als de pup bij jouw thuis komt, moet hij ook duidelijk de plaats weten waar hij wel mag plassen en ontlasten. Hij moet er ook toegang tot hebben bijvoorbeeld door een deur die altijd open staat of een hondenluikje.
Als dat niet kan moet hij het leren vragen, zodat iemand van het gezin de deur kan opendoen naar buiten toe. Als je geen tuin hebt moet je met de hond gaan wandelen waar hij zijn behoefte kan doen. Je moet altijd wel poepzakjes (minimum 2 stuks) mee hebben en de ontlasting opkuisen.
Anders kan je hiervoor een boete van de politie of boswachter krijgen.
Trekken aan de lijn
Waarom doet een hond dat eigenlijk? Aan de hondenlijn trekken of vooraan lopen?
Een pup volgt zijn eigenaar omdat hij zich onzeker voelt. Met het ouder worden, wordt de pup zelfstandiger en gaat hij meer op onderzoek uit en dus ook verder van de baas weg. We zien het bijvoorbeeld bij wolven vaak dat jongen vooraan lopen en de oudere dieren achteraan. Dat heeft te maken met het feit dat jongere honden meer energie en snelheid hebben dan oudere honden. Vaak krijgen de honden in de groep ook gewoon de opdracht om vooraan te lopen. Omdat ze beter het wild ruiken dan de anderen. Denk maar aan blindengeleidehonden, die lopen ook voor hun slechtziende of blinde eigenaar uit.
Om het wandelen zonder trekken aan te leren is het belangrijk dat je als eigenaar snapt dat de hond dit niet doet omdat hij ‘baas’ wil zijn. Hij loopt gewoon sneller dan jij. Het begint allemaal bij het nemen van de leiband. Vaak moeten we ‘vechten’ om de leiband uiteindelijk rond de nek van de hond te krijgen. Dit kan anders. Hoe enthousiast een hond ook is, hij moet leren zich een beetje te beheersen. We doen de leiband dus pas aan als de hond rustig gaat zitten of liggen. Dan gaan we naar de deur. Meestal wil de hond als eerste door de deur. Ook hier tracht je de hond zich te laten beheersen en respect te tonen door zelf als eerste door de deur te gaan.
Bij de eerste stappen buiten is het al belangrijk aan de hond duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is dat hij gaat trekken. Op het moment dat hij de deur uitvliegt en je verder trekt, draai je je plots en zonder iets te zeggen weer om. Na een paar keren zal je hond de bedoeling begrijpen. Er wordt enkel verder gewandeld als hij rustig is. Het kan natuurlijk gewoon zijn dat de hond niet genoeg beweging krijgt! Dus als de hond terug kalm is en netjes is kunnen buiten komen, kun je hem een tijd vrij geven aan een iets langere lijn of los laten lopen zodat hij kan snuffelen, bokkensprongen maken en geuren opnemen zoals hij zelf wil.
Dingen eten en uitwerpselen pikken en opeten
Honden doen dit uit verveling, omdat ze je aandacht willen trekken of omdat ze honger hebben. Kijk eens waarom je de hond aandacht geeft?
Misschien geef je hem wel te veel aandacht voor dingen die hij verkeerd doet en dat gaat hij blijven doen. Kijk ook eens naar zijn eten en geef hem natuurvoeding.
Baknijd
We spreken van baknijd als de hond zijn eten of snoep bewaakt. Niemand mag er aan of in de buurt van komen. Dan gromt of bijt hij. Baknijd doet zich voor wanneer je hond je niet bij zijn eten vertrouwt. De hond heeft het recht om zijn eten te verdedigen. Leer je hond dat er leuke dingen gebeuren als je in de buurt komt van zijn bak.
Dit kan je doen door:
- Als je in de buurt van de etensbak komt ga je niets afpakken maar iets bijgooien. Kom niet te kort met de handen bij de etensbak want de hond kan bijten.
- Het bot dat hij heeft, ruilen voor snoep en dadelijk teruggeven. Het is ook belangrijk dat je traint op het loslaten om te voorkomen dat hij bijvoorbeeld iets giftigs zou opeten. Hiervoor leer je het bevel “nee of foei”
Niet komen als je roept
Kies een woord dat je alleen gebruikt om je hond tot bij jou te laten komen en te blijven zitten of staan totdat hij weer weg mag. Het bevel ‘hier’ is vaak negatief geworden voor de hond. We gaan wandelen met onze hond en onderweg is er wel van alles te ruiken, te zien, te horen…
Bij de speelweide of een veld aangekomen, het hoogtepunt van de wandeling, mag de hond los. Na enkele minuten willen we terug naar huis, dus roepen we de hond. Maar de hond komt niet. We proberen het nog eens, misschien heeft hij ons niet gehoord. We merken dat zijn oren in de juiste richting bewegen, maar nog komt hij niet. We verliezen ons geduld. Onze stem en lichaam lijken boos. Dus de hond komt zeker niet. Het is dus belangrijk als je de hond roept dat je een bevel gebruikt dat de hond begrijpt. Je moet dat woord aanleren. Iedereen in het gezin moet hetzelfde woord/bevel gebruiken. Anders raakt de hond verward. Het ‘hier’ komen moet leuk zijn en niet altijd het beëindigen van iets leuks betekenen zoals bijvoorbeeld aanlijnen om naar huis te gaan.
Algemeen
Als de hond iets doet en je geeft hem aandacht dan gaat hij datgene wat hij deed opnieuw doen. Een hond vindt aandacht leuk. Als hij iets doet wat niet mag, laat hem dan duidelijk weten dat het niet ok is en dat hij moet ophouden. Ongewenst gedrag wil zeggen dat de hond iets doet wat jij niet wilt. Maar dit wil niet altijd zeggen dat hij stout is. Misschien begrijpen je hond en jij elkaar gewoon niet zo goed?
Blijft je hond ongewenst gedrag vertonen? contacteer dan een gedragstherapeut voor meer info.
www.toscanzahoeve.be of www.dierengedragstherapeuten.be