Test : duid aan hoeveel er waar zijn per blok van 10

• Ik help anderen graag door hard te werken.
• Ik vind het fijn als alles netjes opgeruimd is.
• Soms doe ik meer dan er van me gevraagd wordt.
• Ik zeg niet graag meteen wat ik van iets vind, maar soms is het moeilijk om dat niet te doen.
• Als er iets fout gaat, let ik daar goed op en probeer ik meteen te helpen het beter te maken.
• Soms vraag ik me af of ik genoeg geld heb voor leuke dingen.
• Ik probeer altijd alles zo goed mogelijk te doen en vermijd kritiek.
• Soms ben ik streng voor mezelf en voor anderen.
• Ik probeer mezelf altijd te verbeteren en beter te worden in wat ik doe.
• Het is moeilijk voor me om iemand te vergeven als ze iets verkeerds hebben gedaan.

• Ik heb een warme en vriendelijke persoonlijkheid.
• Ik geef anderen graag een complimentje als ze iets goeds hebben gedaan.
• Ik vertel anderen graag dat ze heel bijzonder voor me zijn.
• Het maakt me blij als anderen zeggen dat ze me waarderen.
• Ik vind het makkelijker om dingen aan anderen te geven dan zelf cadeautjes te krijgen.
• Soms vind ik het lastig om mijn gevoelens aan anderen te laten zien.
• Ik houd ervan om tijdens een gesprek oogcontact te maken.
• Soms voel ik me erg alleen, alsof er niemand is die me begrijpt.
• Ik denk dat anderen mij nodig hebben om succesvol te zijn.
• Soms doe ik wat anderen willen, zelfs als ik het er niet mee eens ben.

• Ik haal plezier uit mijn prestaties en vind het fijn als anderen dat zien.
• Ik heb genoeg energie om me in te zetten voor dingen die belangrijk voor me zijn.
• Ik geloof dat ik dingen goed kan als ik mijn best doe.
• Ik probeer altijd mijn best te doen in alles wat ik doe.
• Ik maak plannen en stel doelen voor mezelf om te bereiken.
• Ik denk na over wat er moet gebeuren en probeer niet bang te zijn voor wat er mis kan gaan.
• Soms kan ik goed vertellen waarom ik iets graag wil hebben.
• Ik ben altijd bezig en vind het moeilijk om niets te doen.
• Ik praat niet graag over mijn gevoelens, maar ik probeer te leren hoe dat moet.
• Ik ben goed in het organiseren van mijn spullen en mijn taken.

• Ik zie soms trieste dingen in het leven om me heen.
• Ik voel me vaak alsof niemand begrijpt wat ik bedoel.
• Ik hoop dat ik ooit de perfecte vriend of vriendin zal vinden.
• Ik voel me aangetrokken tot dingen die moeilijk te krijgen zijn.
• Als iemand een probleem heeft, wil ik altijd helpen.
• Ik voel soms het verdriet van andere mensen alsof het mijn eigen verdriet is.
• Soms voel ik me verdrietig, zelfs als er niets ergs is gebeurd.
• Ik kan soms medelijden met mezelf hebben als ik me niet goed voel.
• Ik houd mijn gevoelens vaak voor mezelf, zodat ik anderen niet van me afstoot.
• Ik denk dat gewone dingen niet zo leuk zijn en wil liever iets bijzonders.

• Ik houd er niet van als mensen te veel huilen of boos worden.
• Ik geloof in mezelf en wat ik kan doen.
• Ik vertel niet graag aan anderen als ik me niet goed voel.
• Ik heb niet veel dingen nodig om gelukkig te zijn.
• Soms voel ik me niet op mijn gemak als er veel mensen om me heen zijn.
• Ik vertel liever wat ik denk dan wat ik voel.
• Ik vind het niet leuk om verplichtingen te hebben om iets te doen.
• Ik vermijd ruzies en wil liever vrede hebben.
• Ik wil niet dat anderen zeggen wat ik moet doen.
• Ik denk dat het oké is om soms boos te worden.

• Ik ben altijd alert en merk alles om me heen goed op.
• Ik ben een goede vriend en steun mijn vrienden graag.
• Als mijn vriend of vriendin hulp nodig heeft, sta ik altijd voor ze klaar.
• Ik vind dat ik slim ben en veel kan leren.
• Soms vind ik het moeilijk om een beslissing te nemen als ik gestrest ben.
• Ik zeg soms dingen voordat ik erover heb nagedacht.
• Ik vertrouw liever op dingen die al bewezen zijn.
• Ik wil zeker weten dat mensen eerlijk tegen me zijn als ze iets aardigs zeggen.
• Soms test ik mijn vrienden om te kijken of ze eerlijk tegen me zijn.
• Ik wil altijd alle informatie hebben om zeker te weten dat het klopt.

• Ik denk altijd positief en geloof dat dingen goed zullen gaan.
• Ik vind het leuk om me met veel dingen tegelijk bezig te houden.
• Ik zoek graag naar nieuwe en leuke dingen om te doen.
• Ik houd van spannende en leuke avonturen met mijn vrienden.
• Ik wil graag een leuk leven hebben met veel plezier.
• Ik ben soms verlegen, maar mensen denken dat ik heel zelfverzekerd ben.
• Ik maak soms plannen, maar voer ze niet altijd uit.
• Ik vind het fijn als mensen naar me kijken als ik iets doe.
• Als mensen zich verdrietig voelen, wil ik ze graag helpen om blij te zijn.
• Ik vind het niet fijn als mensen zeggen wat ik moet doen.

• Ik houd van spannende dingen en voel me aangetrokken tot mensen die veel meemaken.
• Soms laat ik aan de buitenkant niet zien hoe ik me van binnen voel.
• Ik ben moedig en durf nieuwe dingen te proberen.
• Soms ben ik streng voor mezelf en voor anderen als ze iets niet goed doen.
• Ik kan soms andere mensen boos maken door de dingen die ik zeg.
• Ook al hebben we ruzie, ik wil nog steeds vrienden blijven.
• Ik denk niet altijd aan wat anderen denken of voelen.
• Ik wil graag zelf dingen kunnen doen zonder hulp van anderen.
• Ik wil dat iedereen eerlijk en gelijk wordt behandeld.
• Ik vind het belangrijk dat mensen me respecteren, zelfs als ze me niet aardig vinden.

• Mijn vrienden voelen zich fijn als ze bij mij zijn.
• Soms vind ik het moeilijk om te beslissen wat ik wil doen.
• Ik vraag niet veel van andere mensen en ben tevreden met wat ik heb.
• Ik wil graag dat mijn vriend of vriendin het goed heeft, zelfs als ik zelf minder heb.
• Soms twijfel ik aan mezelf en denk ik dat ik dingen niet kan.
• Ik houd van mijn dagelijkse routines en doe graag altijd hetzelfde.
• Soms raak ik snel afgeleid en moet ik weer opnieuw beginnen met wat ik deed.
• Ik kan soms niet kiezen wat ik het leukst vind als er veel keuzes zijn.
• Ik vind het fijn om knuffels te geven en te krijgen.
• Ik kan moeilijk kiezen tussen 2 dingen.