Meer en meer stel ik positieve dingen vast in verband met therapiedieren. Een dier blijkt van nature over therapeutische kwaliteiten te beschikken en dan voornamelijk de hond. Honden gaan naast mensen liggen als deze pijn hebben, verdrietig zijn of zelfs flauwvallen. Vaak weten de honden zelf hun grenzen te bepalen, als de mens er genoeg van heeft gaan ze automatisch weg. Ik merk ook dat via een huisdier of een speelgoeddier indien er geen echte hond ter beschikking is heel veel informatie loskomt over gevoelige en emotionele zaken.
Verder zie ik ook heel vaak mensen die haast nooit buiten komen, wandelen met een getrainde hond.
Ik beveel ook de therapeutische werking van dieren bij stervensbegeleiding aan. Het dier in de armen van de patiënt geeft rust. Er ontstaat nog een vorm van contact zodat patiënt aanwezigheid voelt bij het sterven.
Ook in verpleeghuizen kan een dier mensen uit de put halen. Oudere cliënten zie je vaak opleven als ze een hond zien. Uiteraard dien je een dier niet op te dringen want sommige mensen willen niet. Maar ook kan er naar kijken mensen wat meer belangstelling doen krijgen.
Een breed scala van mensen met beperkingen heeft baat bij onder andere zorgboerderijen. Hier kunnen mensen een dagprogramma op maat krijgen: het is een therapeutisch middel waardoor kinderen en volwassenen leren rustiger te zijn, verantwoordelijk te zijn, enzovoort. Een kinderboerderij kan ook worden ingezet bij kinderen met gedragsproblemen.
Mensen die in de knoop zijn met zichzelf zijn ook gebaat om als vrijwilliger in bijvoorbeeld een dierenasiel te werken. Het is goed voor de mens en ook voor de dieren. Mensen leren omgaan met dieren heeft een mogelijk effect dat de depressie, angst of agressie vermindert.
Ook voor personen die lijden aan dementie kunnen dieren een veilige en vertrouwde leefomgeving creëren. De demente wordt tegelijk geprikkeld, je stimuleert maar ontspant ook. Honden zijn in staat om contact te leggen en zo vooral de zintuigen te stimuleren. De hond uit zijn gevoelens van genegenheid en tederheid en dit biedt een belangrijke emotionele uitlaatklep. Dus zo wordt het welzijn en emotioneel evenwicht van de persoon met dementie bevordert.
Ik ben van mening dat elke instelling en ziekenhuis een dier, liefst een hond of een kat, ter beschikking zou moeten hebben. Uiteraard opgevoed en getraind. Belangrijk is ook dat er telkens een opvolger voorzien wordt, wanneer een therapiedier overlijdt.
Of dat de cliënt bij een therapeut hun eigen huisdier mee zouden mogen nemen.
Zelfs alleen al het kijken naar een aquarium vol vissen doet de bloeddruk dalen.
Mensen met huisdieren hebben meer empathie voor andere mensen. Ze focussen zich meer op een huisdier, het zorgt ervoor dat er een onderwerp is om over te praten en het geeft je verantwoordelijkheidsgevoel. Het dier neemt je ook onvoorwaardelijk zoals je bent. Door de hoge aaibare uitstraling leidt het je aandacht af van ziekten of de situatie waarin je je bevindt.
De mens is een sociaal wezen. Ze zoeken gezelschap en onvoorwaardelijke liefde bij hun dier. En dat compenseert vaak een alleen of eenzaam zijn.
In een onderzoek in de USA is uitgekomen het huisdierenbezitters gemiddeld een jaar langer leven na ontslag uit het ziekenhuis dan niet-huisdierenbezitters.
Daarom pleit ik ook voor opname van patiënten met de mogelijkheid voor opname samen met een huisdier. Of dat er aan het instituut een soort van dierenhotel voorzien wordt zodat de huisdieren daar terecht kunnen als hun baas opgenomen wordt.
Projecten met dieren zijn geschikt voor beide partijen: de gedragsgestoorde of niet getrainde honden kunnen ook door mensen worden geholpen in hun training of gedragsverandering terwijl deze honden op hun beurt weer mensen helpen.
Weinig bekend is nog de speltherapie met kinderen en therapiedieren. Dit is volgens mijn mening nochtans een zeer leuke en bevorderende manier van therapie bij kinderen. Een van de voordelen van speltherapie is dat er niet altijd gebruik gemaakt wordt van vocalisatie of spreken bij kinderen. Er wordt ook gebruik gemaakt van een natuurlijke intentie om te spelen, de motivatie om zichzelf uit te drukken in plaats van de focus te leggen op leermethodes. Op die manier met behulp van dieren kan je als volwassene of therapeut binnendringen in de wereld van het kind, in zijn of haar gevoelens en perceptie. Het spel biedt namelijk een omgeving waarin het kind zich emotioneel veilig voelt.
Uiteraard vind ik dat er aandacht moet besteed worden te allen tijden aan het welzijn van het dier. Bijvoorbeeld in de psychiatrie, waar mensen geen grenzen kunnen stellen, worden dieren ook vaak misbruikt en moet daar op gelet worden dat dit niet gebeurt. De patiënt kan een gevaar zijn voor het dier maar schade aan het dier wordt ook toegebracht door mensen zonder psychiatrische achtergrond. Opleiding en begeleiding, vooral over het dier is dus zeker een noodzaak. Want een dier heeft ook rechten.
Het is ook belangrijk om goed na te denken over de kosten die komen als je een dier neemt. Bijvoorbeeld de verzorging van je dier. Een cliënt die ziek is wordt zelf al met hoge rekeningen geconfronteerd en de kosten van een dier kunnen daarom te veel zijn.
Ik ben dan ook vragende partij voor financiële regelingen rond hulp en therapie dieren. Zodat het ook mogelijk is om voor die dieren te zorgen. Ik kijk hierbij naar de overheid, de verzekeringen en de ziekenfondsen. Want een getrainde hulp- of therapiedierbegeleider heeft zorgplicht voor zijn cliënt maar ook zorgplicht voor zijn hond. Het recht van het dier is bijvoorbeeld dat hij een huis heeft, eten heeft, verzorging heeft enzovoort en dat er ook huisvesting geregeld wordt in het geval dat de cliënt opgenomen wordt en het dier niet mee kan.
Welk dier ook ingeschakeld wordt, regels zijn belangrijk. Voor het welzijn van het dier mogen er geen te jonge dieren ingeschakeld worden. Het dier dient volledig gevaccineerd en ontwormd te zijn en zonder vlooien of wonden te zijn. Dit wordt verklaard ook in een verslag van een dierenarts. Het dier dient een geschikt karakter te hebben en dit dient bevestigd te worden via een officiële gedragstherapeut. De dieren komen met de ouders of verzorgers te staan dus met andere woorden altijd onder toezicht en de verantwoordelijkheid ligt ook bij die ouders en de patiënten, niet bij het personeel.
Als laatste ben ik van mening dat er nog meer opleiding en voorlichting dient gegeven te worden aan mensen die in de zorg met dieren willen werken of mensen die willen genieten van hulp van dieren.
Uiteraard is elk mens en elke situatie uniek en dient men rekening te houden met de praktische uitvoering van zulke projecten en met het welzijn en welbevinden van het dier.