De wind blies koud door de straten van Antwerpen toen Femke haar fiets op slot zette voor het asiel. Het was haar eerste dag als vrijwilliger en ze was nerveus maar vastberaden. Ze had altijd al met dieren willen werken, en dit was haar kans om eindelijk iets terug te doen voor de viervoeters die haar leven zo hadden verrijkt.
“Welkom bij Dierenhuis Zuid,” zei Margriet, de eigenaar van het asiel. “Vandaag hebben we een speciale gast. Hij is gisteravond binnengekomen met een vrachtwagen uit Roemenië.”
Margriet leidde Femke naar een afgezonderde kennel aan het einde van de gang. In de hoek zat een magere hond met een vuilwitte vacht en grote bruine ogen die angstig de ruimte in staarden.
“Dit is Luca,” legde Margriet uit. “De chauffeur vond hem verstopt tussen de pallets toen hij hier aankwam. Hij moet de hele reis van 1800 kilometer hebben meegelift.”
Femke hurkte neer voor de kennel. “Hallo Luca,” fluisterde ze zachtjes.
De hond trok zich terug in de verste hoek, zijn lichaam trillend.
“Hij vertrouwt mensen nog niet,” zei Margriet. “Waarschijnlijk heeft hij het niet makkelijk gehad op straat. In sommige delen van Oost-Europa worden zwerfhonden niet goed behandeld.”
Gedurende de volgende weken bracht Femke elke vrije dag door bij Luca’s kennel. Ze praatte tegen hem, las hem voor uit boeken, en bracht speciale traktaties mee. Langzaam maar zeker begon de angstige hond te ontdooien. Eerst at hij uit haar hand, toen liet hij zich aarzelend aaien, en uiteindelijk kwam hij zelfs kwispelend naar haar toe als ze binnenkwam.
“Hij maakt enorme vooruitgang,” merkte Margriet op. “Maar we hebben nog steeds moeite om een thuis voor hem te vinden. Mensen willen liever een jonge pup of een hond zonder bagage.”
Femke dacht aan haar kleine appartement waar huisdieren eigenlijk niet toegestaan waren. Ze dacht aan haar drukke baan als lerares in Berchem. Ze dacht aan alle redenen waarom het geen goed idee zou zijn.
Toen keek ze in Luca’s ogen, die niet langer angstig waren maar vol hoop en vertrouwen. En ze wist wat ze moest doen.
“Ik neem hem,” zei ze vastberaden.
Het was niet gemakkelijk, de eerste weken. Luca was bang voor de tram, voor fietsbellen, voor mannen met baarden, en vooral voor harde stemmen. Hij verstopte zich onder Femke’s bed bij onweer en plaste binnen als de buurman zijn muziek te luid draaide.
Na drie weken worstelen was Femke ten einde raad. Een collega op school raadde haar aan om contact op te nemen met Inge Pauwels, een bekende hondengedragstherapeut in de buurt van Antwerpen die gespecialiseerd was in angstige en getraumatiseerde honden.
“Luca vertoont typische tekenen van trauma en overprikkeling,” legde Inge uit tijdens hun eerste sessie. “Kijk hoe hij zijn oren plat legt, zijn staart tussen zijn poten houdt en zijn lichaam gespannen is. Dit zijn allemaal signalen dat hij zich niet veilig voelt.”
Inge nam uitgebreid de tijd om Femke te leren hoe ze Luca’s lichaamstaal moest interpreteren. “Veel mensen denken dat honden simpelweg gehoorzaam of ongehoorzaam zijn, maar ze communiceren constant met ons. We moeten gewoon leren hun taal te verstaan.”
Met Inge’s hulp leerde Femke stapje voor stapje hoe ze Luca kon helpen. Ze creëerde een veilige ruimte in huis waar hij zich kon terugtrekken, een “veilige haven” met zijn eigen deken en speeltjes. Ze leerde hem rustig te blijven in spannende situaties door gebruik te maken van kalmerende signalen en positieve bekrachtiging.
“Het gaat niet alleen om commando’s,” benadrukte Inge. “Het gaat om vertrouwen opbouwen en je hond begrijpen.”
Langzaam raakte Luca gewend aan het ritme van het Belgische stadsleven. Met Inge’s begeleiding leerde hij aan de lijn lopen zonder in paniek te raken. Hij leerde Nederlandse commando’s: “Zit”, “Blijf”, “Hier”.
In het hondenpark maakte hij zijn eerste vriend – een oude labrador genaamd Max die eigenlijk te moe was om de energieke Luca te achtervolgen maar het toch geduldig toeliet. Maxs eigenaar, een gepensioneerde leraar genaamd Johan, werd ook Femke’s vriend.
“Bijzonder verhaal heeft die hond van je,” zei Johan op een dag terwijl ze samen op een bankje zaten te kijken hoe de honden speelden. “Van zwerver in Roemenië naar Antwerpenaar. Dat is nog eens integratie.”
Femke lachte. “Hij spreekt inmiddels beter Nederlands dan Engels. Althans, hij luistert beter naar mij dan naar de Engelse toeristen die hem altijd willen aaien.”
Op een warme zomerdag organiseerde de buurt een multicultureel festival in het plaatselijke park. Er waren kraampjes met eten uit alle hoeken van de wereld, muziek in talen die Femke niet verstond, en mensen in kleurrijke traditionele kleding.
Femke was aanvankelijk bezorgd over hoe Luca zou reageren op zoveel prikkels, maar Inge had haar voorbereid. “Let op zijn signalen,” had Inge gezegd. “Als hij hijgt, wegkijkt of zijn staart laag houdt, neem hem dan even mee naar een rustige plek.”
Met die kennis gewapend nam Femke Luca mee, klaar om hem te ondersteunen als het nodig was. Maar tot haar verbazing leek hij het geweldig te vinden. Hij kwispelde naar iedereen die hem aandacht gaf, accepteerde gretig hapjes van verschillende kraampjes, en ging zelfs rustig liggen onder een tafel terwijl de obers rondliepen.
“Je kunt zien hoe ontspannen hij is aan zijn zachte ogen en ontspannen houding,” zei Inge, die langskwam om te zien hoe het met hen ging. “Hij vertrouwt je nu volledig als zijn beschermer. Dat is waarom hij zich veilig voelt, zelfs in deze drukke omgeving.”
Die avond, terwijl Luca tevreden sliep op zijn kussen, keek Femke naar hem en dacht na over zijn reis. Van een angstige zwerfhond tot een geliefd huisdier. Van Roemenië naar België. Nog steeds dezelfde hond, maar toch ook veranderd.
“Je bent een wereldburger, Luca,” fluisterde ze. “Een echte buitenlandse hond die thuis is overal.”
Een jaar later stond Femke in de wachtkamer van de dierenarts. Luca zat trouw naast haar, niet langer bang voor nieuwe plekken.
“Femke?” De dierenarts, Dr. Martens, stak haar hoofd om de deur. “Kom maar.”
Terwijl ze Luca’s jaarlijkse check-up bespraken, vertelde Femke over hun reis samen.
“Weet je,” zei Dr. Martens, “we zien steeds meer van deze ‘import-honden’. Soms hebben ze inderdaad wat extra zorg nodig. Maar ze geven zoveel terug.”
Femke knikte terwijl ze Luca’s warme vacht streelde. “Hij heeft mij meer geleerd dan ik hem. Over geduld. Over vertrouwen. Over hoe je je thuis kunt voelen op een nieuwe plek.”
“Misschien,” zei Dr. Martens met een glimlach, “zouden we allemaal wat kunnen leren van de buitenlandse hond.”
Op de terugweg naar huis liepen Femke en Luca langs de Schelde. De zon liet het water glinsteren, en de bomen wierpen lange schaduwen. Luca liep zelfverzekerd naast haar, niet meer aan de lijn, maar uit vrije wil.
Later die week gingen ze samen naar Inge’s praktijk voor een follow-up sessie. Inge organiseerde maandelijkse bijeenkomsten voor eigenaren van buitenlandse honden, waar ze ervaringen konden delen en van elkaar konden leren.
“Femke, zou je willen vertellen over jouw ervaring met Luca?” vroeg Inge. “Je bent zo’n mooi voorbeeld van wat er mogelijk is met geduld en begrip.”
Femke deelde haar verhaal met de groep, en toen ze klaar was, overhandigde Inge haar een certificaat. “Voor het succesvol begrijpen van hondentaal,” stond erop.
Op weg naar huis liepen ze langs het park waar Johan met Max op hen wachtte voor hun wekelijkse gezamenlijke avondwandeling. Als ze het grasveld bereikten, liet Femke Luca los.
Hij rende weg, maar niet te ver. Nooit te ver. Want hij wist nu waar hij thuishoorde. Hij had de wereld gezien, had angst gekend en liefde gevonden, en hij had geleerd dat thuis niet zozeer een plek is als wel een gevoel.
En terwijl Femke naar haar buitenlandse hond keek die speelde in het Belgische gras, wist ze dat soms de grootste avonturen beginnen met een enkele, moedige sprong in het onbekende.
Tips voor eigenaren van buitenlandse honden
Door Inge Pauwels, Hondengedragstherapeut
- Leer hondentaal: Bestudeer de lichaamstaal van je hond. Let op de positie van de oren, staart, en lichaamshouding. Een lage staart, platte oren en een gespannen lichaam duiden op angst of stress.
- Creëer veiligheid: Zorg voor een rustige, veilige plek in huis waar je hond zich kan terugtrekken als het hem te veel wordt. Respecteer deze ruimte als zijn toevluchtsoord.
- Wees geduldig: Buitenlandse honden hebben vaak traumatische ervaringen achter de rug. Geef hen tijd om te wennen en vertrouwen op te bouwen. Verwacht geen wonderen na een paar dagen.
- Voorspelbaarheid biedt rust: Houd vaste routines aan voor eten, wandelen en slapen. Dit geeft je hond houvast en vermindert stress.
- Respecteer grenzen: Dwing je hond nooit tot interacties die hem angstig maken. Laat hem in zijn eigen tempo kennismaken met nieuwe mensen, dieren en situaties.
- Beloon rustig gedrag: Geef positieve bekrachtiging wanneer je hond kalm en ontspannen is, niet alleen wanneer hij commando’s opvolgt.
- Socialiseer geleidelijk: Bouw sociale contacten langzaam op. Begin met rustige omgevingen en rustige honden voordat je drukke situaties opzoekt.
- Begrijp overprikkeling: Leer de vroege tekenen van overprikkeling herkennen (likken van lippen, gapen, wegkijken) en grijp in voordat je hond in paniek raakt.
- Investeer in training: Niet om commando’s af te dwingen, maar om communicatie op te bouwen en je hond zelfvertrouwen te geven.
- Zoek professionele hulp: Aarzel niet om hulp te zoeken van een gedragstherapeut die gespecialiseerd is in angstige en getraumatiseerde honden.
Onthoud: Je buitenlandse hond heeft misschien een moeilijke start gehad, maar met liefde, geduld en begrip kan hij uitgroeien tot een evenwichtige, gelukkige metgezel. Het gaat niet alleen om wat je je hond leert, maar vooral om wat je van hem leert.