Oefeningen om zelf te leren speuren. Deze oefeningen geven je een goede basis.
Wil je echt meer weten over speuren, bekijk dan ons E-book over speuren in onze webwinkel. Of volg ons on demand webinar over speuren.
OEFENING 1: DE BUIT HALEN
Het maakt niet zoveel uit of u een pup heeft van een paar weken oud of een hond op leeftijd. De komende weken gaat u uw hond zo gek mogelijk maken op allerlei voorwerpen. Gooi een voorwerp een klein metertje weg. Prijs uw hond de hemel in als hij er belangstelling voor toont. Hij hoeft het in eerste instantie nog niet op te pakken. Dat mag natuurlijk wel: dan is hij helemaal geweldig. Begin, thuis, met een voorwerp dat de hond zeer waarschijnlijk graag
oppakt. Sommige honden pakken liever een pluchen beest vast dan een hard voorwerp. Weet u zeker dat uw hond het voorwerp vast gaat pakken? Zeg dan ‘vast’ als hij het oppakt.
Nodig de hond uit naar u toe te komen. Pas op met het onmiddellijk afpakken van het voorwerp. Sommige honden hebben al na drie keer door dat ze de buit kwijtraken als ze daarmee bij u komen. Laat hem zijn ‘prooi’ maar even ronddragen en vertel ondertussen hoe geweldig hij is. Doe deze oefening eventueel aangelijnd als de hond met zijn buit dreigt weg te lopen. U mag best een keertje een beetje touwtrekken met het speeltje, en uw hond mag ook een keer winnen. Vooral een onzekere hond krijgt hierdoor zelfvertrouwen. Als uw hond het speeltje loslaat, zegt u gelijktijdig ‘los’. Laat hij niet los, dan kunt u de eerste keren een snoepje voor zijn neus houden. Zodra hij zijn kaken opent, zegt u ‘los’, geeft het snoepje en geeft direct het speeltje terug. Dit is essentieel, want een beetje slimme hond trapt er anders een volgende keer niet weer in. Deze oefening is niet geschikt voor honden met bezitsagressie ten aanzien van voedsel en/of speeltjes. Roep hiervoor eerst deskundige hulp in.
EEN TIP: je wil ook zeker alle basiscommando’s aan je hond leren. Breng de hondenschool naar je toe met onze challenge: Elke week een nieuw commando gedurende 14 weken! (Met stap voor stap uitgeschreven instructies en ondersteunende filmpjes)
1 commando voor je hond per week challenge (14 weken)
Begin elke week met je hond een nieuw commando aan te leren op een moderne, positieve manier.
De hondenschool bij je thuis, wanneer het jou uitkomt.
OEFENING 2: ZOEK!
Als uw hond echt belangstelling heeft voor een bepaald voorwerp, gaat u de eerste zoekoefening doen. Houd in gedachten dat de hond allang kan zoeken. Het gaat erom dat hij ons vertelt dat hij gevonden heeft waar wij naar op zoek waren. Gooi, terwijl de hond kijkt, het voorwerp net om de hoek van bijvoorbeeld de bank. Het gaat erom dat hij niet precies ziet waar het terechtkomt. U moet het voorwerp wel kunnen zien, want u wilt zien hoe de hond
reageert als hij bij het voorwerp komt. Afhankelijk van de voortgang van oefening 1 zal de hond alleen het voorwerp aanwijzen door ernaar te kijken of pakt hij het zelfs op en brengt het naar u toe. In beide gevallen prijst u de hond en beloont u hem op een manier die voor de hond een echte beloning is. Herhaal deze oefening minimaal vijf keer. Weet u zeker dat de hond bij u vandaan gaat, op zoek naar de buit, zeg dan één.
VERVOLG VOORWERP ZOEKEN
Heeft u uw hond ondertussen enthousiast gemaakt voor verschillende voorwerpen? Zo ja, ga deze dan gebruiken bij het zoeken. Verstop eens iets op het terras of het balkon. De eerste keer mag uw hond u zien weglopen met het voorwerp. Later gaat u dit uit zicht doen. Gooi eens een voorwerp tijdens de wandeling in de berm, in de bosrand naast het pad.
Eerst mag de hond dit nog zien of horen, daarna niet meer. Verstop het voorwerp eens onder een stapel houtblokken of stenen, in de holte van een boom, achter een stukje loshangend schors, in de garage tussen de spulletjes op de onderste plank van de kast. Uw creativiteit komt hier helemaal tot bloei! Nogmaals: verandert u één criterium, maak dan iets anders gemakkelijker.
Dus: gaat u voor het eerst zoeken in de garage, neem dan zijn lievelingsspeeltje dat heel veel geur bevat.
Oefening 3: Een spoor leggen in 5 stappen:
1. Aandacht trekken: laat voordat u (of de spoorlegger) wegloopt een speeltje aan de hond zien.
2. Aanzet maken: maak een geurvlak van 1 meter bij
3 voetbreedtes, houd de voeten daarbij bij elkaar.
3. Heenweg: buk een paar keer alsof u het speeltje neerlegt en leg het speeltje vervolgens daadwerkelijk neer,
zodanig dat de hond het van afstand niet kan zien.
4. Terugweg: loop over het spoor terug, buk af en toe weer alsof u het speeltje neerlegt.
5. Lege handen laten zien: toon de hond dat u het speeltje niet meer heeft, neem hem mee naar de aanzet en zet hem op het spoor.
Vervolg:
Voortaan loopt u altijd via een U-bocht een andere weg terug. Houd hierbij weer rekening met de wind(sterkte). Zorg voor ruime afstand tussen het spoor heen en terug. Maak de lengte van het spoor steeds langer: 100 meter, 200
meter enzovoort. Een andere variatie is om de ondergrond te veranderen: langer gras, zandgrond, bosgrond,
verharde grond. Gaat het speuren goed, dan kunt u het spoor langer laten liggen, tot het wel een paar uur oud is. De weersomstandigheden zijn bij het succesvol uitlopen van een spoor uitermate bepalend. Leg ook eens wat meer voorwerpen op het spoor, met aan het einde het lievelingsspeeltje van de hond.
Oefening 4: MENS ZOEKEN
De eerste stap is het leggen van de associatie: mens = mijn speeltje. Houd de hond vast. Geef zijn speeltje aan iemand anders, die even kort met de hond speelt.
Dan rent dit ‘slachtoffer’ weg en gaat gewoon in het zicht van de hond liggen of zitten, met het speeltje duidelijk zichtbaar op schoot. Laat de hond los. Als hij de persoon voorbijloopt of er niet naartoe gaat, mag het slachtoffer de hond roepen en het speeltje laten zien. Zodra de hond bij de persoon komt, krijgt hij zijn speeltje. De hond mag vervolgens terug naar de baas, of spelen met het slachtoffer als hij dit wil. Doe dit een paar keer achter elkaar, het liefst met verschillende mensen.
Iedere hond kan prima zoeken.
Een hond kan dit doen door te gaan blaffen, door te krabben (als de persoon onder puin of sneeuw ligt) of door te werken met een zogeheten bringsel. Dat is een (leren) kokertje aan de halsband van de hond. Zodra de hond de persoon gevonden heeft, pakt hij uit zichzelf dit kokertje in zijn bek en gaat terug naar de eigenaar. Hieraan kan de baas zien dat de hond een slachtoffer gevonden heeft. Vervolgens brengt de hond zijn baas naar de persoon.
Oefening 5: sorteren – KASTANJE ZOEKEN
Een klein experimentje vooraf. Weet u of uw hond überhaupt op uw geur zal reageren? Doe het volgende. Zoek een stuk of vijf kastanjes of dennen – appels, leg ze op een plank of dienblad en laat ze zo enkele dagen luchten, zodat uw geur er niet (of nauwelijks) meer aan zit. Neem één van de kastanjes en stop deze in uw broekzak.
Na ongeveer een uur legt u de kastanje, die u eventueel met stift heeft gemerkt, terug op het blad en gaat u de hond halen. Laat hem zitten, wijs naar het blad en zeg (als u dit woord tot nu toe gebruikt heeft voor het zoeken van voorwerpen) ‘zoek’. Kijk goed wat de hond doet. Grijpt hij de eerste de beste kastanje? Gaat hij ze allemaal af? Als hij aan ‘uw’ kastanje snuffelt, ziet u dan een verandering in zijn lichaamstaal? Draait er een oor, houdt hij zijn adem even in of snuffelt hij er net wat langer aan dan aan de andere kastanjes? Of pakt hij zelfs de goede kastanje op?
Dit laatste is natuurlijk helemaal geweldig. Maar ook als u totaal geen reactie ziet, is het goed. Het gaat er nu om dat u informatie krijgt over de beginsituatie van uw hond.
OEFENING 6 : BLIKJES
Heeft u een hond die nauwelijks te motiveren is om een voorwerp te zoeken en werkt u met voer, dan kunt u de volgende ‘sorteer’-oefening doen. Het lijkt op het balletje-balletjespel. Neem drie of meer blikjes (of plastic doosjes) met een deksel en bevestig deze op een plank. Dit voorkomt dat de hond de blikjes straks gewoon kan omgooien en dan per toeval het lekkers vindt. Maak gaten in de deksels. Laat de hond zien en/of ruiken dat u iets lekkers
heeft. In één van de blikjes (let op dat de randen ervan niet scherp zijn!) legt u het lekkers neer. Til ook van alle andere blikjes het deksel even op. Laat de hond zoeken, geef eventueel met een hand – beweging aan dat hij aan de deksels moet ruiken.
Het is normaal dat de hond eerst alle blikjes controleert. Geeft hij het op of loopt hij weg? Maak het dan iets makkelijker door het deksel half op het blikje te leggen. Als de hond hoorbaar ruikt en/of met zijn lichaamstaal laat zien dat hij het lekkers gevonden heeft, opent u het betreffende blikje en is het feest!
Oefening 7: SORTEREN
Sorteren betekent niet alleen het voorwerp met de juiste geur tussen andere identieke voorwerpen (met een andere of geen geur) vinden, maar ook dat de hond het goede voorwerp apporteert. In principe kunnen allerlei voorwerpen gebruikt worden om mee te sorteren. In de verschillende gehoorzaamheidsprogramma’s moet de hond een houten stokje of een doekje met de geur van zijn eigen baas of die van een ander persoon sorteren. Het nadeel van hout
is dat veel honden hun tanden fors in het blokje zetten en gaan kauwen. Bovendien zijn houten blokjes ook moeilijk weer geurvrij te krijgen. Het voordeel is natuurlijk dat je er heel veel kunt maken. De zoekhonden van de politie sorteren roestvrijstalen buisjes. Deze honden moeten dus wel metaal willen apporteren.
STAP 1: GEUR OPNEMEN
Honden hebben aan een geringe hoeveelheid geurmoleculen genoeg. Door bijkomende factoren echter, zoals afleiding of druk van het (wedstrijd) – moment, is het wel noodzakelijk dat de hond de geur gedegen opneemt. Zorg er allereerst voor dat het voorwerp goed belucht is en voldoende geur heeft, dat wil zeggen dat het minimaal een halfuur in uw broekzak heeft gezeten. Laat de hond zitten en houd het voorwerp voor zijn neus, zodat hij kan ruiken. Als hij eraan likt is dat prima, want zo neemt hij nog meer geur op. Sommige mensen omklemmen de neus van de hond met één hand om hem zo te dwingen de kop stil te houden. Veel honden vinden dit een uitermate onplezierige werkwijze: ze leggen de oren plat. Doe dit dus niet. Houd de bek eventueel ‘vast’ door hem in uw hand te laten rusten. Gooi desnoods het voorwerp een stukje weg, zodat de hond het ophaalt. Neem voldoende tijd voor het laten opnemen van de geur. Haal het voorwerp even weg en bied het weer aan. Doe dit een paar keer. Snuffel eventueel zelf mee, dit stimuleert de hond.
STAP 2: APPORTEREN
Laat de hond zitten en leg een tweede identiek voorwerp met uw geur op zo’n twee meter voor de hond. Laat hem het voorwerp halen. Leg nu een rijtje van vijf geurloze houtjes achter elkaar neer, met een tussenruimte van vijftig centimeter. Laat uw hond weer geur opnemen en leg een ander belucht houtje op ruime afstand van de rij, ter hoogte van het eerste houtje. Laat de hond dat houtje apporteren. Beloon uitgebreid. Doe dit een paar keer.
STAP 3: IN DE RIJ
Haalt uw hond vlot het apart liggende houtje, dan gaat u dit houtje (dat ondertussen uw geur en dat van de hond heeft) vooraan in de rij blanco houtjes leggen. Gaat dit goed? Leg dit houtje dan op de tweede plek in de rij. Zorg ervoor dat het eerste houtje niet op de plek komt te liggen waar het beluchte houtje lag, om te voorkomen dat de hond in de war raakt. U verplaatst het rijtje dus iets naar achteren. Gaat het niet goed, verminder dan eventueel het aantal blanco houtjes, zodat er minder keuze is.
STAP 4 EN VERDER: MOEILIJKER MAKEN
Pas als uw hond betrouwbaar het voorwerp met uw geur tussen blanco voorwerpen uithaalt, gaat u het moeilijker maken. Er zijn verschillende mogelijk – heden. Een geur introduceren van een persoon die de hond kent en mag, bijvoorbeeld. Of de geur van een hem onbekende persoon. Maar ook het werken met zwakkere en sterkere geuren en een combinatie van deze mogelijkheden kan. In de opbouw zorgt u ervoor dat het voorwerp veel lucht heeft. Een
zwakkere geur wil zeggen dat u het voorwerp maar heel even (twee minuten) vastgehouden heeft, of het is al een tijdje geleden dat het voorwerp vast – gehouden is. Kortom: met sorteren bent u voorlopig nog niet uitgespeeld, en dat geldt eigenlijk voor alle soorten zoekwerk. Ik hoop dat u de smaak te pakken heeft gekregen van dit samenwerken met uw hond.
Leeftijd (van zowel baas als hond), ras en woon – omstandigheden spelen geen rol: samen zoeken is altijd mogelijk
Werken met dakjes
Pakt de hond gewoon maar wat omdat hij veel lol beleeft aan het apporteren, voorkom dan dat hij het voorwerp kan oppakken door het vast te leggen. U kunt bijvoorbeeld gebruikmaken van omgekeerde stukjes dakgoot waaronder het houtje dan komt te liggen. Eerst één belucht houtje er half onder leggen, de rest van de dakjes is leeg. Dan het beluchte houtje er helemaal onder leggen, en op verschillende plekken in de rij. Gaat dit goed? Dan op plek één het
beluchte houtje en op plek twee een onbelucht houtje. Gooit de hond gewoon alle dakjes opzij om te kijken of er wat onder ligt, leg de dakjes dan vast met een grote pin erdoorheen.
De smaak te pakken ? Bekijk dan ons E-book over speuren in onze webwinkel. Of volg ons on demand webinar over speuren.