In dit artikel duiken we dieper in enkele essentiële aspecten van de voeding en gezondheid van onze geliefde huisdieren, met een speciale focus op honden en katten. We verkennen onderwerpen zoals de energiebehoeften van volwassen dieren, de invloed van omgevingstemperatuur op die behoeften, en hoe de hoeveelheid werk zich verhoudt tot het energieverbruik bij actieve honden. Daarnaast werpen we een blik op de unieke behoeften van jonge dieren, drachtige huisdieren, oude dieren en gecastreerde dieren. Deze inzichten zullen ons helpen om beter te begrijpen hoe we de voeding van onze huisdieren kunnen optimaliseren voor een gezond en gelukkig leven.
Energiebehoefte
De energiebehoefte van een volwassen hond of kat varieert afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het gewicht, de leeftijd, het ras, de mate van activiteit en de gezondheidstoestand van het dier. Over het algemeen wordt de energiebehoefte van huisdieren uitgedrukt in kilocalorieën per kilogram lichaamsgewicht per dag (kcal/kg/dag).
Energiebehoefte honden: 450 à 550 KJVE/kg MG/dag (450 tot 550 kilojoules van voedingsenergie per kilogram metabool lichaamsgewicht per dag)
Om kilojoules (kJ) om te zetten naar kilocalorieën (kcal), delen we de waarde van kJ door 4.184, omdat 1 kcal gelijk is aan 4.184 kJ.
Om te converteren naar kcal per kilogram lichaamsgewicht per dag:
- 450 kJ / 4.184 = ongeveer 107.7 kcal
- 550 kJ / 4.184 = ongeveer 131.6 kcal
Energiebehoefte kat: 330 Kj ME/kg LG/Dag (330 kilojoules Metaboliseerbare Energie per kilogram Lichaamsgewicht per Dag)
Om te converteren naar kilocalorieën (kcal): 330 kJ / 4.184 = ongeveer 78.9 kcal
Dus de energiebehoefte van de kat is ongeveer 78.9 kilocalorieën per kilogram lichaamsgewicht per dag. Dit betekent dat de kat ongeveer 78.9 kilocalorieën aan metaboliseerbare energie nodig heeft voor elk kilogram van zijn lichaamsgewicht per dag. Metaboliseerbare energie (ME) is de hoeveelheid energie die beschikbaar is voor het lichaam na vertering en absorptie van voedsel.
Katten hebben doorgaans een hogere energiebehoefte per kilogram lichaamsgewicht dan honden vanwege hun metabolisme. Ze zijn ook vleeseters en hebben een dieet nodig dat rijk is aan hoogwaardige eiwitten.
Deze cijfers zijn echter slechts algemene richtlijnen. Honden met een hoge mate van activiteit, zoals werkende honden of honden die veel rennen en spelen, hebben meer energie nodig dan honden die voornamelijk binnen rusten.
Actieve dieren en hun energiebehoefte
Stel dat de normale dagelijkse onderhoudsbehoefte van een hond 500 kcal is.
Als een hond echt werkt, zoals sledehonden of canicross, dan is 1 uur werk gelijk aan 10% van de onderhoudsbehoefte, met een maximum van 40% tot 50% van de onderhoudsbehoefte voor 1 dag.
Laten we zeggen dat de hond 1 uur actief aan het werk is.
1 uur werk = 10% van de onderhoudsbehoefte
Dus, 10% van 500 kcal = 0.10 * 500 = 50 kcal voor 1 uur werk.
Nu, het maximum dat de hond kan verbruiken is tussen 40% en 50% van de onderhoudsbehoefte voor 1 dag.
40% van 500 kcal = 0.40 * 500 = 200 kcal
50% van 500 kcal = 0.50 * 500 = 250 kcal
Dus, als we 1 uur werk hebben, dan is dat gelijk aan 50 kcal, wat binnen het bereik van 40% tot 50% van de onderhoudsbehoefte voor 1 dag valt.
Dit betekent dat als de dagelijkse onderhoudsbehoefte van de hond 500 kcal is, en de hond 1 uur echt actief werkt zoals sledehonden of canicross, dan zal hij tussen de 40% en 50% van zijn dagelijkse onderhoudsbehoefte verbruiken.
Dit is slechts een voorbeeld om de berekening te illustreren. In werkelijke situaties kunnen de behoeften van de hond en de effecten van verschillende activiteitsniveaus variëren. Het is altijd goed om de voeding van je hond af te stemmen op zijn individuele behoeften
Energiebehoeften van honden buiten
Beneden de 15 graden aan omgevingstemeratuur maakt dat een hond 1% meer onderhoudsbehoefte per graad onder de 15 graden nodig heeft.
Stel dat de normale dagelijkse onderhoudsbehoefte van een hond 300 kcal is bij een omgevingstemperatuur van 15 graden Celsius.
Laten we zeggen dat het vandaag 10 graden Celsius is.
De hond heeft dan (15 – 10) = 5 graden onder de 15 graden.
Voor elke graad onder de 15 graden heeft de hond 1% meer onderhoudsbehoefte.
Dus, voor 5 graden onder de 15 graden, heeft de hond 5% meer onderhoudsbehoefte.
5% van 300 kcal = 0.05 * 300 = 15 kcal
Dus, als de omgevingstemperatuur 10 graden Celsius is, heeft de hond 15 kcal meer nodig dan zijn normale onderhoudsbehoefte van 300 kcal.
De totale onderhoudsbehoefte van de hond bij 10 graden Celsius is dan: 300 kcal (normale behoefte) + 15 kcal (5% meer voor elke graad onder 15 graden) = 315 kcal
Dus, bij een omgevingstemperatuur van 10 graden Celsius heeft de hond een totale onderhoudsbehoefte van 315 kcal.
Energiebehoefte van jonge, drachtige, oude en gecastreerde dieren
Jonge Dieren:
Puppy’s en Kittens: Jonge dieren hebben een hogere energiebehoefte vanwege hun groei en ontwikkeling. Ze hebben meer voeding nodig met hogere eiwit- en energiegehaltes.
Energiebehoefte: Kan tot 2 keer hoger dan die van een volwassen hond of kat van vergelijkbare grootte.
Voeding: Speciale puppy- of kittenformules met hogere eiwit- en caloriegehaltes.
Let op! Grotere rassen groeien sneller maar ook langer door.
Tijdens de groei van jonge dieren, met name puppy’s en kittens, is de calcium (Ca) en fosfor (P) verhouding in hun voeding van groot belang. Een evenwichtige verhouding tussen calcium en fosfor is essentieel voor de ontwikkeling van gezonde botten en tanden.
Calcium (Ca) en Fosfor (P) Verhouding:
De ideale verhouding tussen calcium en fosfor voor groeiende puppy’s en kittens ligt over het algemeen tussen 1:1 en 1.6:1 in hun voeding. Dit betekent dat er ongeveer evenveel calcium als fosfor moet zijn, of tot bijna twee keer zoveel calcium als fosfor.
Calcium is essentieel voor de botvorming, spierfunctie, zenuwgeleiding en bloedstolling. Een tekort aan calcium kan leiden tot vertraagde groei, zwakke botten en tanden, en andere gezondheidsproblemen.
Fosfor werkt samen met calcium in de botvorming en is ook belangrijk voor de energiestofwisseling, celgroei en reparatie. Een tekort aan fosfor kan ook botproblemen veroorzaken.
Tijdens de groei hebben puppy’s en kittens een snelle botgroei. Een juiste balans tussen calcium en fosfor is cruciaal om te voorkomen dat de botten te snel groeien (wat kan leiden tot skeletproblemen) of te langzaam (wat kan leiden tot verzwakte botten).
Bij grote rassen is de verhouding tussen calcium en fosfor vooral belangrijk, omdat zij vatbaarder zijn voor skeletproblemen zoals heupdysplasie en osteochondrose.
Fosfor verdringt calcium dus oppassen met kauwstokken.
Drachtige Dieren:
Drachtige Honden: De energiebehoefte neemt toe naarmate de dracht vordert. En stijgt exponentieel vanaf de 5de week met ongeveer 10% stijgende energiebehoefte per week met een piek in de laatste week van de dracht. In het laatste derde deel van de dracht kan de behoefte verdubbelen of zelfs verdrievoudigen, afhankelijk van het aantal pups. Drachtvoeding met een hoger energiegehalte, rijk aan calorieën, eiwitten en essentiële voedingsstoffen is nodig.
Bij katten neemt de energiebehoefte geleidelijk/lineair toe tijdens de dracht. Vet wordt opgebouwd voor de melkproductie.
Oude Dieren:
Oudere dieren hebben vaak een lagere energiebehoefte vanwege een afname van activiteit en metabolisme. Ze hebben echter nog steeds hoogwaardige voeding nodig voor gezonde veroudering. Want ze hebben minder reserve eiwitten en minerallen, meer tandproblemen en een minder goede vertering. We willen zeker geen spierafbraak door tekort aan eiwitten.
Er bestaan senior-formules met aangepaste gehaltes aan calorieën, eiwitten, vezels en voedingsstoffen.
Gecastreerde Dieren:
Gecastreerde dieren hebben vaak een lagere energiebehoefte dan niet-gecastreerde dieren vanwege veranderingen in hormoonspiegels en metabolisme. Ze hebben ook een hoger risico op gewichtstoename. Vanaf 48uur na de castratie neemt de energiebehoefte van de kat toe, maar daalt het energieverbruik met 30%
De energiebehoefte kan 10-20% lager zijn dan die van een intact dier van vergelijkbare grootte.
Is je hond of kat te dik? Bepaal het met de BCS
Je hond is te dik als hij 1,3 tot 1,4X het ideale lichaamsgewicht heeft. Als hij Onder de 30% lichaamsvet heeft en een goede body condition score heeft (BCS).
Laat je dier geleidelijk aan afvallen om gezondheidsrisico’s te voorkomen. De stelregel is hierbij 0.5% tot 2.00% per week.
Het is van vitaal belang om te begrijpen dat de voedingsbehoeften van onze harige vrienden verder gaan dan alleen het aantal kilocalorieën in hun voerbak. De verhoudingen van voedingsstoffen, zoals calcium en fosfor, spelen een cruciale rol in de gezonde ontwikkeling van botten en tanden, vooral tijdens de groeifase.
Door bewust te zijn van deze factoren kunnen we ervoor zorgen dat onze huisdieren de juiste voeding krijgen om te gedijen en een gelukkig en gezond leven te leiden. Het is altijd raadzaam om de voeding van je huisdier af te stemmen op zijn individuele behoeften en dit te bespreken met een dierenarts of voedingsdeskundige. Zij kunnen je voorzien van deskundig advies op maat voor jouw trouwe metgezel.
Laten we samen streven naar het welzijn van onze huisdieren, zodat ze ons nog vele jaren kunnen vergezellen met hun onvoorwaardelijke liefde en vreugde.