De kat thuis: AAFP en ISFM: richtlijnen met betrekking tot omgevingsbehoeften van katten[1]
Het niveau van comfort dat een kat voelt in haar omgeving is direct verbonden met haar psychische gezondheid, emotioneel welbevinden en gedrag. Het gaat hierbij niet alleen om de fysieke omgeving maar ook over sociale interactie tussen katten onderling en haar omgang met de mens.
In deze studie wordt een gezonde omgeving voor de kat gebaseerd op 5 pijlers. Het begrip van deze principes met betrekking tot omgevingsbehoeften van de kat helpt dierenartsen, kattenbezitters en verzorgers om stress te verminderen en ongewenste gedragingen te voorkomen. Of hoe je huis ook voor de kat als thuis aanvoelt.
Wat is het belang van omgevingsbehoeften ?
Verschillende ziekten en gedragsproblemen zijn gerelateerd aan stressvolle omgevingssituaties. Het gaat hier dus niet over verrijking van de omgeving maar over basale behoeften, die verder gaan dan alleen fysieke omgevingsfactoren. Katten laten niet altijd hun stress en gevoelens van angst zien. Meestal worden we ze pas gewaar bij wat dan slecht, onaangepast en agressief gedrag genoemd wordt. Het gebruik van de hier uiteengezette handreikingen werkt proactief en anticipatief, zorgt voor gelukkigere katten en tevreden eigenaars.
Een gezonde omgeving voor de kat berust op vijf pijlers:
- Een veilige plaats. Voor een kat is dit een mogelijkheid om zich af te zonderen, liefst op een verhoogde plaats.
Voorbeelden:
- Het zich kunnen terugtrekken, zelfs als ze niet helemaal onzichtbaar is, geeft een veilig gevoel.
- Een kartonnen doos, omgekeerd met een makkelijke ingang en een plafond.
- Een verhoogde zitplaats om de omgeving te kunnen zien, bv bovenop de omgekeerde kartonnen doos.
- Een kattenbench met eigen deken en herkenbare geur, met dichte wanden. Als de bench altijd voor de kat toegankelijk is, is het ook een geschikt vervoermiddel.
- Een kat kan binnen gehouden worden maar buiten is haar natuurlijke omgeving. Een kattenren kan een veilige buitenomgeving bieden. Men kan katten ook leren aan een leiband te lopen, op voorwaarde dat de kat kan kiezen waar ze loopt.
- In een omgeving met meerdere katten moet een veilige plaats meer dan een uitgang hebben. Elke kat moet een veilige plaats voor zichzelf hebben, afgescheiden van de andere veilige plaatsen.
2. Voorzie meerdere, van elkaar afgescheiden plaatsen voor de basisbehoeften
Basisbehoeften zijn eten, drinken, krabben, spelen en rusten en de behoeften doen. Deze basisbehoeften moeten op verschillende plaatsen bereikbaar zijn, zowel in een huishouden met meerdere katten als bij een individuele kat. Dit vergroot voor het gevoel van de kat het territorium en verhoogt het gevoel van privacy. Om de kat optimaal in staat te stellen om stress te vermijden is er bij elke basisbehoefte liefst keuze voor de kat uit twee plaatsen thuis.
Zoals gezegd kunnen katten in een huishouden samenleven, zowel als individuen als in meerdere groepen binnen een huis. Van elkaar gescheiden basisbehoeften zijn dan van essentieel belang, zowel voor de individuen als voor elke groep.
3. Geef de kat ook thuis kans om speel en roofgedrag te vertonen
Een kat besteedt van nature het grootste deel van de dag aan jagen. Het niet kunnen vertonen van roofgedrag veroorzaakt obesitas, verveling en frustratie. Dit uit zich in over-verzorging, stress gerelateerde ziekten of agressief gedrag. Dit kan door speeltjes te geven, kans te geven om met de eigenaar of met andere katten te spelen, of door de kat m.b.v. hulpmiddelen actief te maken bij het verkrijgen van voedsel. Laat de kat aan het eind van het spel winnen om zo vangst te simuleren. Gebruik voorwerpen die de kat omhoog kan werpen om vliegende prooien te simuleren. Verstop speeltjes en voedsel. Om verveling te voorkomen gebruik afwisselend verschillende speeltjes.
Als er meerdere katten zijn, zorg dan voor speelgoed op verschillende locaties en speel met individuen op verschillende plekken en afzonderlijk. Kittens hebben er veel behoefte aan, maar ook oude katten moeten spelen.
Speeltjes met onderdelen die ingeslikt kunnen worden, moeten worden vermeden.
4. Zorg voor een positieve, samenhangende en voorspelbare interactie tussen mens en kat.
Vanuit haar behoefte van controle, vraagt de kat in interactie regelmatig, vriendelijk en voorspelbaar gedrag van mensen. Consistente en positieve behandeling van de kat vanaf een jonge leeftijd vermindert angst en versterkt de band met de mens. Sociale voorkeuren verschillen sterk bij katten en zijn bepaalt door genetica, ervaringen en vroege opvoeding. De kat moet kunnen aangeven wanneer ze contact wil, in welke vorm en wanneer ze het wil beëindigen. De kat moet voorzichtig benaderd worden en de mens moet zich vergewissen van de voorkeuren van de kat zoals likken, spelvormen, toegesproken worden, opgepakt worden e.d.
De kat laat zien wanneer ze benaderd wil worden door te wrijven, te spinnen, langzaam te knipperen met de ogen, op de zij te rollen e.d. Kittens moeten in de leeftijd van 2-7 weken met meerdere personen contact hebben om het contact met mensen te bevorderen. De voorkeuren van katten kunnen in de loop van de tijd veranderen. Men moet wel letten op eventuele medische oorzaken voor veranderend gedrag, bv. niet meer opgepakt willen worden
5. Voorzie in een omgeving die de geurzin van de kat respecteert.
De kat identificeert haar thuis omgeving en communiceert met andere katten door middel van geurvlaggen die ze uitzet. Ze scheidt chemische stoffen af die ze herkent. Lichaamszones die geurstoffen, feromonen, afscheiden bevinden zich vooral op de kop en bij de staart. Ze verspreidt ze in haar omgeving door te wrijven. Men kan nieuwe voorwerpen toevoegen aan het geurprofiel van de kat door ze te wrijven met de deken waarop de kat slaapt. Plaats boodschappentassen en andere voorwerpen die in contact stonden met de buitenwereld bij de voordeur zodat ze het geurprofiel van de kat niet verstoren. Was de dekens op rotatiebasis, zodat er altijd een deken is met de geursporen van de kat. Als er meerdere groepen katten zijn, geef elke groep de kans geurprofielen te maken. Katten die thuis komen na een bezoek aan de dierenarts, brengen andere geuren mee. Als er meerdere katten in huis zijn, kunnen ze dan agressief gedrag gaan vertonen. Probeer alle katten ineens voor routinebezoek aan de dierenarts mee te nemen. Hou de kat die thuis komt even apart. Probeer eigen interferentie bij het gedrag van de katten onderling te minimaliseren en laat geen voorkeur blijken. Kittens kunnen getraind worden in het flexibeler reageren op geuren.
Tip: Maak een bench nooit helemaal schoon, zodat iets van het geurprofiel van de kat intact blijft.
[1] Samenvatting van “AAFP and ISFM Feline Environmental Needs Guidelines”, Sarah Ellis e.a., in: Journal of Feline Medicine and Surgery, 2013, nr. 15, p.219-230
AAFP= American Association of Feline Practitioners
ISFM= International Society of Feline Medicine
Op onze facebook pagina en youtube kanaal passeren regelmatig nuttige tips. Onze podcast is ook een aanrader.